Flitsstand automatisch diafragma
Een foto maken in de flitsstand automatisch diafragma
C
v
Wanneer onvoldoende fl itssterkte voor een correcte belichting
wordt aangegeven
t
De belichting controleren voordat een foto wordt gemaakt
C–7
Zorg ervoor dat de feitelijke
afstand van fl itser tot
onderwerp binnen het
afstandsbereik bij fl itsopnamen
is.
Controleer of de
fl itsgereedaanduiding brandt
en maak de foto.
Als de fl itsgereedaanduidingen van de SB-910
en in de zoeker van de camera gedurende circa
3 seconden na de opname knipperen, kan er
onderbelichting zijn opgetreden door onvoldoende
fl itssterkte. Om dit te corrigeren, moet u een
groter diafragma of een hogere ISO-gevoeligheid
gebruiken, of de afstand tot het onderwerp
verkleinen, en dan opnieuw fotograferen.
Maak vóór de feitelijke opname testfl itsen met
de Speedlight bij dezelfde omstandigheden en
met dezelfde instellingen op de Speedlight en de
camera als die u daarna gaat gebruiken.
• Wanneer de flitsgereedaanduidingen na de
testflitsen knipperen, kan er onderblichting zijn
opgetreden door onvoldoende flitssterkte.