Na de activeringscyclus dient u een aantal controles uit te voeren om er zeker van te
zijn dat:
de juiste modus is geactiveerd (AIR/NITROX/GAUGE) en alle displaysegmenten
•
worden weergegeven
de batterijcapaciteit toereikend is.
•
de juiste instellingen voor hoogte, persoonlijke correctiefactor, dieptestops en
•
RGBM zijn geselecteerd.
•
waarden in de gewenste eenheden (metrisch/Engels) worden weergegeven.
de juiste temperatuur en diepte (0,0 meter) worden aangegeven.
•
het geluidssignaal van de alarmfunctie werkt.
•
Wanneer u de optionele draadloze flesdrukzender gebruikt, dient u na te gaan of:
de zender goed is bevestigd en de kraan op de fles is opengedraaid
•
•
de zender en de duikcomputer op de juiste wijze zijn gepaard en gebruikmaken
van een geschikte code
de flesdrukzender werkt (indicator van de draadloze zender knippert en de flesdruk
•
wordt weergegeven) en er geen waarschuwing voor lege batterij wordt weergegeven
u voldoende lucht voor de geplande duik hebt. Controleer ook de aangegeven
•
flesdruk met behulp van een losse manometer.
59