Inhoudsopgave
Advertenties
2.
Druk op en om de op het display weergegeven
waarden te verhogen of te verlagen.
De waarde (a) en de tussenlijn die daarmee correspondeert,
knipperen op het display.
3.
Druk op and om de waarde (a) aan te passen.
Opmerking
Houd de toetsen ingedrukt om de mate van verandering
voor de waarden te verhogen.
Druk op M om de waarde (a) te accepteren.
4.
5.
Druk op en om de waarde (b) aan te passen.
Druk op M om de waarde (b) te accepteren.
6.
Het display toont in de resultaatregel de afstand tussen het
uitzetpunt (eerst a en vervolgens b) en de meter
(meetreferentie achterzijde).
7.
Beweeg de meter langzaam langs de uitzetlijn en de
weergegeven afstand vermindert.
De pijlen op het display
meter moet worden bewogen om de vastgelegde afstand te
bereiken (ofwel a of b).
Opmerking
Als de pieperfunctie is ingeschakeld, begint de meter te
piepen op een afstand van 0,1 m (4 inch) van het
volgende uitzetpunt. Als de meter in de buurt van het
uitzetpunt beweegt, verandert de pieptoon en worden
de pijlen niet op het display weergegeven.
8.
Druk op de uitzetfunctie te stoppen.
q
geven aan in welke richting de
Hoekmeting
De meter berekent de hoeken in een driehoek met metingen van
de drie zijden. Gebruik deze functie bijvoorbeeld bij een haakse
ruimtehoek. Zie afbeelding
11
Hoekmetingen uitvoeren:
1.
Druk 1x op .
l (ruimtehoek) verschijnt op het display.
Afbeelding 11. Hoekmeting
2
1
4
2.
Plaats markeringen voor de referentiepunten rechts en links
(d1/d2) van de hoek voor de meting.
3.
Druk op om de eerste zijde van de driehoek te meten (d1
of d2).
4.
Druk op om de tweede zijde van de driehoek te meten
(d1 of d2).
5.
Druk op om de derde zijde van de driehoek te meten
(d3).
Laser Distance Meters
Metingen
voor meer informatie.
3
5
2 Sec.
17
Advertenties
Inhoudsopgave
