Afbeelding 7. Slimme horizontaalmodus
X
Y
Z
X
Z
Hoogtebepaling
De hoogtebepaling wordt continu op het display weergegeven als
de meter op een statief draait. De helling wordt continu in de
geselecteerde meeteenheid weergegeven als ° of %.
Om te meten:
1.
Druk 2x op .
p verschijnt op het display.
2.
Richt de laser op het onderste object.
3.
Druk op .
p wordt op het display weergegeven met de afstand en hoek
ten opzichte van het onderste object.
4.
Beweeg de laser naar boven naar het bovenste object.
De hoogtebepaling start automatisch. Het display toont de
hoek ten opzichte van het huidige object en de verticale
afstand vanaf het onderste object.
5.
Druk op bij het bovenste object.
Y
De hoogtebepaling stopt en het display toont de verticale
afstand tussen de twee gemeten objecten. Zie afbeelding
voor meer informatie.
Opmerking
De minimum/maximum-tracking is bijzonder handig
°
voor 90
-hoekmetingen.Zie
tracking.
Afbeelding 8. Hoogtebepaling
X
Waterpassen
De waterpasfunctie toont continu de hoek van de meter. Vanaf
een hoek van ±5 ° begint de meter te piepen. Als de meter in de
buurt van 1 ° komt, piept de meter sneller. Bij ±0,3 ° piept de
meter constant.
Om te waterpassen:
1.
Druk 3x op .
f verschijnt op het display.
2.
Plaats de meter op een object voor een waterpastest.
De hoek wordt continu op het display weergegeven terwijl
het object beweegt.
Laser Distance Meters
Metingen
Minimum/maximum-
h3
h2
h1
Y
8
15