Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Stempels uitschuiven
1
Houd de
inschakelknop
stempels ingedrukt.
2
Houd de knop 'stempels uitschuiven' ingedrukt.
De stempels worden uitgeschoven. Laat de stempels
neer tot alle stempelindicatielampjes groen worden
en er een alarm klinkt. De machine staat nu vlak.
Opmerking: Het stempelindicatielampje wordt rood
als een stempel tijdens het vlakstellen van de grond
komt. De stempels dienen te worden ingeschoven
totdat alle stempels los zijn van de grond voordat de
machine opnieuw kan worden vlakgesteld.
Opmerking: De rijfunctie is uitgeschakeld als de
stempels zijn uitgeschoven.
Stempels inschuiven
1
Houd de inschakelknop
stempels ingedrukt.
2
Houd de knop 'stempels inschuiven' ingedrukt.
De stempels worden ingeschoven. De
stempelindicatielampjes gaan uit zodra de
bijbehorende stempel wordt ingeschoven.
Machinefuncties worden hersteld zodra de stempels
los van de grond zijn gekomen.
Opmerking: De rijfunctie is uitgeschakeld als de
stempels zijn neergelaten.
38
Sturen
1
2
Rijden
1
2
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en op het platform om de rijrichting
van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij
geheven platform of achteruitrijden.
De prestaties van de machine zijn afhankelijk van de
staat van de accu. De rijsnelheid en de
functiesnelheid van de machine nemen af als de
accuniveau-indicator knippert.
GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
Eerste uitgave • Vijfde druk
Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
Draai de stuurwielen met behulp
van de duimschakelaar op de
joystick.
Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick
langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste
stand of laat de functieschakelaar los.
Onderdeelnr. 237929DU