Eerste uitgave • Vijfde druk
Stempelsysteem testen (indien aanwezig)
94 Druk op de stempelfunctieknop. Op
het LCD-scherm licht een cirkel op
onder het stempelfunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het
indrukken van de stempelfunctieknop wordt
bewogen, gaat de cirkel onder het
stempelfunctiesymbool uit en treedt de
stempelfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de
stempelfunctieknop.
95 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
96 Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De stempels moeten worden
uitgeschoven. De afzonderlijke
stempelindicatielampjes knipperen groen zodra
de bijbehorende stempel wordt uitgeschoven.
97 Blijf de joystick vasthouden in de richting
aangegeven door de gele pijl tot alle
stempelindicatielampjes groen blijven en u een
lange pieptoon hoort vanaf het alarm bij de
platformbediening. De machine staat nu vlak. De
stuur- en rijfuncties worden op dit moment
uitgeschakeld.
Opmerking: Als de joystick tijdens het uitschuiven te
snel wordt losgelaten, blijven de
stempel-indicatielampjes groen knipperen, wat
aangeeft dat de stempels geen contact met de grond
maken.
Onderdeelnr. 237929DU
Opmerking: Als de joystick te snel wordt losgelaten
nadat de stempels contact met de grond hebben
gemaakt, is er geen lange pieptoon te horen bij de
platformbediening en blijven de
stempel-indicatielampjes continu groen oplichten. Als
er geen lange pieptoon te horen is en de
stempelindicatielampjes continu groen oplichten, zijn
de stempels mogelijk niet volledig geactiveerd of
staat de machine niet horizontaal.
98 Druk de rijfunctieknop in.
99 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
100 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
101 Druk de rijfunctieknop in.
102 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
103 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
104 Breng het platform omhoog.
GS-2669DC • GS-3369DC • GS-4069DC
houd deze ingedrukt.
wordt aangegeven door de blauwe pijl en
vervolgens in de richting die wordt aangegeven
door de gele pijl.
Resultaat: De machine mag niet bewegen in de
richting van de blauwe en gele pijlen.
houd deze ingedrukt.
richting die wordt aangegeven door de blauwe en
gele driehoeken op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen mogen niet in de
richting draaien die wordt aangegeven door de
blauwe en gele driehoeken.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. Breng het platform ongeveer 2,4 m
omhoog en stop.
Bedieningshandleiding
Inspecties
31