Oktober 2019
3.1.7
Bedrading
Kabels veldbedrading
De diameter moet overeenkomen met het klembereik van de gebruikte
kabelwartel.
De dwarsdoorsnede moet overeenkomen met het klembereik van de
aansluitklemmen en de maximum stroom moet worden beschouwd.
Alle veldbedrading moet een isolatie hebben die geschikt is voor ten minste
250 Vac.
De temperatuurclassificatie moet ten minste 194 °F (90 °C) zijn.
Gebruik een beschermde kabel in geval elektrische interferentie aanwezig is
van hoger dan vermeld in de EMC-normen. Anders kan een onbeschermde
instrumentatiekabel worden gebruikt.
Bedradingsschema
De elektrische aansluitingen worden gemaakt volgens het
bedradingsschema.
De kabels geleiden in de klemmenkast
De kabels van de veldbedrading moeten op een lengte worden geknipt
waarop ze goed kunnen worden gepast in de aansluitkast.
3.1.8
Kabelwartels
De geschroefde kabelwartel en stopplug moeten de volgende specificaties
hebben:
•
Ingangsbescherming IP67
•
Temperatuurbereik van -40 °C tot +80 °C
•
Certificering gevaarlijk gebied (afhankelijk van waar de eenheid is
geïnstalleerd)
•
Trekontlasting
Zorg ervoor dat de geschroefde kabelwartel de kabel veilig afdicht en stevig
genoeg is om binnendringen van water te voorkomen. Ongebruikte
kabelbuis- of kabelingangen moeten worden afgedicht met een stopplug
(blindstop).
Een trekontlasting moet worden voorzien voor de kabels van de
veldbedrading wanneer het apparaat wordt geïnstalleerd met de door de
fabriek geleverde kabelwartels.
Kabelwartels en leidingsysteem voor ATEX of IECEx
De installatie moet voldoen aan de voorschriften van het land waar de
niveauschakelaar is geïnstalleerd.
Snelstartgids
Snelstartgids
15