Oktober 2019
Tabel 5-4: Algemene items (vervolg)
Situatie
De signaaluit-
gangsstatus is 'on-
bedekte sonde' ook
al staat het vaste
materiaal boven de
sonde.
(1)
De waarde kan men zien op het scherm in de meetmodus.
(2)
De waarde kan men zien in het Advanced (Geavanceerd) menu-item P.
(3)
zie de kalibratiegidsen.
(4)
De waarde kan men zien in het Advanced (Geavanceerde) menu-item N.
5.3
Controleer de sondebedrading
voorwaarden
De voeding naar de niveauschakelaar moet worden uitgeschakeld.
Procedure
1. Reinig enige afzettingen van de sonde.
2.
3.
multimeter.
Snelstartgids
Gedrag van de
elektronica
De werkelijke ge-
meten capaciteit
is minder dan het
gekalibreerde scha-
(4)
kelpunt
statuswijziging van
bedekte-naar-on-
bedekte sonde.
Haal de printplaat eruit en koppel de interne bedrading los.
Controleer de oranje, gele en groene/gele draden met een
Mogelijke reden
Overmatige opho-
ping van materiaal
op actieve sonde.
Defecte of onjuiste
sondebedrading.
Kalibratie werd uit-
(3)
gevoerd met be-
dekte sonde.
Kalibratie werd uit-
voor een
gevoerd met een
gevoeligheid die te
laag was.
Defecte of onjuiste
sondebedrading.
Snelstartgids
Mogelijke oplos-
sing
Vergroot de af-
stand tot de wand
(grotere inactieve
lengte).
Wijzig de installa-
tielocatie.
Kalibreer opnieuw
met minder gevoe-
(3)
ligheid
.
Controleer de son-
debedrading (zie
onder).
Kalibreer op-
(3)
nieuw
.
Kalibreer opnieuw
met een hogere
(3)
gevoeligheid
.
Vergroot de actie-
ve sondelengte en
kalibreer op-
(3)
nieuw
.
Controleer de son-
debedrading (zie
onder).
45