uw dealer of een officieel Pioneer-
servicecentrum.
Android Auto
Android Auto is gestopt.
→ Het aangesloten apparaat is niet
compatibel met Android Auto.
– Controleer of het apparaat compatibel
is met Android Auto.
→ Het opstarten van Android Auto is om
bepaalde redenen mislukt.
– Ontkoppel de kabel van de
smartphone, en sluit de smartphone
na enkele seconden opnieuw aan.
– Start de smartphone opnieuw op.
– Zet de contactschakelaar uit en dan
weer aan.
Als de foutmelding hierna nog wordt
weergegeven, neem dan contact op met
uw dealer of een officieel Pioneer-
servicecentrum.
→ De in dit product ingestelde tijd is niet
correct.
– Controleer of GPS-signalen worden
ontvangen en of de tijd correct is
ingesteld.
Koppelen via Bluetooth is mislukt.
Koppel uw Android-telefoon handmatig.
→ De Bluetooth-koppeling is om bepaalde
redenen mislukt.
– Koppel dit product handmatig aan het
apparaat.
Om Android Auto te gebruiken, parkeer
uw auto en check uw Android telefoon.
→ De standaardinstellingen worden
weergegeven op het scherm van het
met Android Auto compatibele
apparaat, of beelden worden niet
uitgevoerd door het met Android Auto
compatibele apparaat.
– Parkeer uw wagen op een veilige
plaats en volg de instructies op het
scherm. Als de foutmelding nog
steeds wordt weergegeven nadat u de
instructies op het scherm heeft
uitgevoerd, sluit u het apparaat
opnieuw aan.
Plaatsbepalingstechno
logie
Positionering met GPS
Het Global Positioning System (GPS,
systeem voor wereldwijde plaatsbepaling)
maakt gebruik van een netwerk van
satellieten die om de aarde cirkelen. Elk
van deze satellieten, die zich op een
hoogte van 21 000 km bevinden, zendt
voortdurend radiosignalen uit die
informatie verstrekken over de tijd en
positiebepaling. Dit betekent dat uw
apparaat de signalen ontvangt van
minimaal drie satellieten op iedere open
plek op het oppervlak van de aarde.
De nauwkeurigheid van de GPS-informatie
hangt af van de kwaliteit van de ontvangst.
Zijn de signalen sterk en is de ontvangst
goed, dan kan de GPS de breedte, de
lengte en de hoogte bepalen, zodat een
nauwkeurige plaatsbepaling in drie
dimensies mogelijk is. Is de signaalkwaliteit
matig, dan kunnen slechts twee dimensies,
namelijk de breedte en de lengte, worden
verkregen, en zijn de fouten ten aanzien
van de plaatsbepaling wat groter.
- 142 -