Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Labelprinter Configureren Voor Gebruik In Een Netwerk; Ip-Adressen, Subnetmaskers En Gateways - Brother QL-1110NWB Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor QL-1110NWB:
Inhoudsopgave

Advertenties

Netwerktermen en -informatie

De labelprinter configureren voor gebruik in een netwerk

IP-adressen, subnetmaskers en gateways

Om de printer te kunnen gebruiken in een netwerkomgeving met TCP/IP, moet u het IP-adres en het
subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u aan de afdrukserver toewijst, moet zich in hetzelfde netwerk
bevinden als de hostcomputers. Als dit niet het geval is, moet u het subnetmasker en het gateway-adres op
de juiste manier configureren.
IP-adres
Een IP-adres is een reeks getallen waarmee elk apparaat in een netwerk kan worden geïdentificeerd. Een
IP-adres bestaat uit vier getallen met punten ertussen. Elk getal is tussen 0 en 254.
In een klein netwerk bijvoorbeeld zult u normaal gesproken het laatste cijfer veranderen:
• 192.168.1.1
• 192.168.1.2
• 192.168.1.3
Het IP-adres toewijzen aan uw afdrukserver:
Als u een DHCP-/BOOTP-/RARP-server hebt in uw netwerk, krijgt de afdrukserver automatisch een IP-adres
van die server.
Opmerking
Bij kleinere netwerken kan de DHCP-server tevens de router zijn.
Als u geen DHCP-/BOOTP-/RARP-server hebt, zal het APIPA-protocol automatisch een IP-adres toewijzen
in het bereik van 169.254.0.1 tot en met 169.254.254.254. Het subnetmasker wordt automatisch ingesteld op
255.255.0.0 en het gateway-adres op 0.0.0.0.
Het APIPA-protocol wordt standaard ingeschakeld. U kunt het APIPA-protocol uitschakelen met de
toepassing BRAdmin Light of via webbased management (webbrowser).
22
22
22
22
22
156

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave