4.8.2
Gevel- en dakuitmonding combidoorvoer horizontaal
Toestelcategorie: C13
VOORZICHTIG
• Leidingen voor de verbinding van de luchttoevoer en de
verbrandingsgasafvoer tussen het toestel en de
dubbelpijpsdoorvoer, moeten een diameter hebben van ø
80 mm.
• Bij toepassing van een geveldoorvoer moet het toestel
voorzien worden van een rookgas terugslagklep (art.nr.
090417)
• Zie voor beugelen § 4.8.10
Toegestane leidinglengten
Tweepijps
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding samen, exclusief de lengte van de
combidoorvoer.
Toestel
Kompakt Solo HRE 18 A
Kompakt Solo HRE 24 A
Kompakt Solo HRE 30 A
Kompakt Solo HRE 48 A
Concentrisch
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding exclusief de lengte van de
combidoorvoer.
Bij toepassing Ø60/100 concentrisch rookgasafvoersysteem
Toestel
C13
Kompakt Solo HRE 18 A
10 m
Kompakt Solo HRE 24 A
10 m
Kompakt Solo HRE 30 A
10 m
Kompakt Solo HRE 48 A
10 m
Bij toepassing Ø80/125 concentrisch rookgasafvoersysteem
Toestel
C13
Kompakt Solo HRE 18 A
29 m
Kompakt Solo HRE 24 A
29 m
Kompakt Solo HRE 30 A
29 m
Kompakt Solo HRE 48 A
29 m
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 4.8 Montage algemeen.
Montage combidoorvoer-horizontaal geveluitmonding
1.
Maak op de plaats van uitmonding een sparing van Ø130 mm.
2.
Kort de combidoorvoer in op de juiste lengte volgens de aangegeven maten.
3.
Monteer het uitblaasrooster en bevestig dit aan de binnenpijp.
4.
Schuif de combidoorvoer in de sparing en breng de rozetten aan om de
sparing af te dekken.
5.
Monteer de combidoorvoer op afschot naar het toestel.
Intergas Verwarming BV
C13
100 m
85 m
80 m
60 m
25