Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gas/Luchtregeling - Intergas Kompakt Solo HRE 12 A Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor Kompakt Solo HRE 12 A:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.8

Gas/luchtregeling

De gasluchtregeling van het toestel is af fabriek zodanig ingesteld dat de verbranding optimaal is
voor de toegepaste gassoort. De gassoort (aardgas of propaan) waarop het toestel is afgesteld
staat aangegeven op het typeplaatje onderop het toestel. Het toestel mag niet worden toegepast
indien het gebruikte gas afwijkt van datgene wat op het typeplaatje vermeld staat. Het toestel kan
eventueel omgebouwd worden naar een andere gassoort m.b.v. een ombouwset
Zie voor de juiste gasdoseerring (A) onderstaande tabel.
Tabel 1, inserts en bijbehorende gasdoseerringen per toesteltype.
Insert
Kompakt Solo
nummer
toesteltype
1
HRE 12 A
541
HRE 18 A
406
HRE 24 A
HRE 30 A
362
HRE 48 A
1
Geldt ook voor afgeleide types (bijvoorbeeld RGK en/of TSK)
Het toestel is standaard afgesteld op aardgas G25.3
Een juiste werking van de gasluchtregeling kan worden vastgesteld door de rookgassen direct
boven het toestel middels een meetprobe van een rookgasanalyzer te meten. De meting vindt op
hoog- en laaglast plaats (zie hiervoor § 6.9.1 en § 6.9.2). Uitsluitend op laaglast kan een eventuele
afwijking gecorrigeerd worden door het gasblok opnieuw in te stellen (zie § 6.9.3).
Belangrijk.
• Controle van de gas/luchtregeling dient met geopende mantel
plaats te vinden.
• De meting dient uitgevoerd te worden op basis van O
rookgasanalyzer dient voorzien te zijn van een O
toegestaan de gemeten O
te zetten naar een CO
• De afwijking van de rookgasanalyzer mag maximaal +/- 0.3% zijn
(op basis van O
• Een betrouwbare controle en afstelling is alleen gewaarborgd
indien er geen extreme onderdruk in de rookgasaansluiting t.o.v. de
opstellingsruimte aanwezig is. Denk hierbij aan bijvoorbeeld
natuurlijke trek (wind).
• Een afwijking bij hooglast kan niet door het afstellen van het
gasblok gecorrigeerd worden. Het toestel dient in dat geval
nauwgezet op gasdichtheid en juistheid van toegepaste
componenten (met name de gasdoseerring en de ventilator
inclusief venturi) gecontroleerd te worden.
• Bij vervanging van onderdelen en/of ombouw naar een ander
gassoort dient altijd de juiste werking van de gasluchtregeling
gecontroleerd te worden.
De in de volgende paragrafen vermelde O
alle in tabel 1 vermelde toesteltypes.
Intergas Verwarming BV
Gascategorie
Aardgas 2EK
Propaan 3P
G25.3
G31
25 mBar
30 & 50 mBar
Gasdoseerring nummer
600
315
640
480
705
525
meetwaarde in de rookgasanalyzer om
2
meetwaarde.
2
).
2
en CO
waarden gelden voor
2
2
Aardgas 2E
G20
20 mBar
460
600
655
, d.w.z. de
2
sensor. Het is
2
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Kompakt solo hre 18 aKompakt solo hre 24 aKompakt solo hre 30 aKompakt solo hre 48 aSolo hre 18 aSolo hre 24 a ... Toon alles

Inhoudsopgave