Waaier de stapel uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
•
Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen. Voor meer
•
informatie over het laden van briefhoofdpapier leest u:
"Standaardladen of optionele laden voor 250 of 550 vel vullen" op pagina 72
–
"Lade voor 2000 vel vullen" op pagina 75
–
"De universeellader vullen" op pagina 79
–
Tips voor het afdrukken op transparanten
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op transparanten:
U kunt transparanten invoeren vanuit een lade voor 250 vel, een lade voor 550 vel of de universeellader.
•
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier
•
of de transparanten bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze smelten, verkleuren, verschuiven
of schadelijke stoffen afgeven.
Gebruik transparanten die 138–146 g/m
•
Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit
•
tot gevolg hebben.
Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
•
Tips voor het afdrukken op enveloppen
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op enveloppen:
Voer enveloppen in langs de universeellader of de optionele enveloppenlader.
•
Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het envelopformaat.
•
Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier
•
of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig
krullen of schadelijke stoffen afgeven.
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
•
enveloppen met een gewicht van maximaal 105 g/m
enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
Gebruik alleen nieuwe enveloppen.
•
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
•
gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
–
aan elkaar kleven of beschadigd zijn.
–
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
–
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
–
zijn samengevouwen;
–
zijn voorzien van postzegels;
–
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
–
2
dik zijn.
2
, mits het katoengehalte lager is dan 25%. Katoenen
2
.
Printing (Bezig met afdrukken)
134
2
. Gebruik