4.
Instellingen van focus, helderheid
(belichting) en kleurtoon
Automatisch instellen van het brandpunt
Toepasbare modi:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
1
Selecteer het menu.
>
MENU
([Gezichtsdetectie])
([Tracking])
[Opname] > [AF mode]
De camera detecteert automatisch iemands
gezicht.
• De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld
wanneer het toestel de gezichten vindt.
Geel:
Dit is de AF-zone die voor de persoon scherp gesteld moet
worden. De camera selecteert de persoon automatisch.
Wit:
Dit zijn de AF-zones voor andere mensen dan de persoon, die
scherp gesteld moeten worden. Dit type AF-zone wordt
weergegeven als meer dan één persoon gedetecteerd is.
• De scherpstelling en de belichting kunnen vervolgens ingesteld
worden voor dat gezicht, ongeacht in welk deel van het beeld het
zich bevindt.
• De camera kan de gezichten van tot 14 personen detecteren.
De camera blijft de scherpstelling en de
belichting automatisch aanpassen om het
gespecificeerde bewegende object te volgen.
(Dynamic Tracking)
• Voer een van de volgende handelingen uit om
het te tracken onderwerp te vergrendelen:
Plaatst het kader van de AF Tracking rond het
onderwerp en druk de sluiterknop tot halverwege in.
A AF tracking kader
• Als deze niet vergrendelt, zal de AF-zone in het rood knipperen en
verdwijnen.
• De AF-zone wordt geel terwijl het onderwerp vergrendeld is (groen
terwijl de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt).
• De vergrendeling wordt gewist als op [MENU/SET] wordt gedrukt.
65