11. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Afbeeldingen versturen van camera
∫
De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden.
[Enkelvoudig select.] instelling
1
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
2
Op [MENU/SET] drukken.
[Multi selecteren] instelling
1
Druk op 3/4/2/1 om het beeld te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET] (herhalen).
• De instelling wordt gewist als opnieuw op [MENU/SET]
gedrukt wordt.
2
Druk op 2 om [Uitvoer.] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
• Het aantal beelden dat door [Multi selecteren] verzonden kan worden, is beperkt.
• Druk op 3/4 om te eindigen, selecteer [Exit] en druk vervolgens op [MENU/SET].
In deze gevallen niet beschikbaar:
• De beelden die opgenomen zijn met een ander apparaat dan de camera en de afbeeldingen
die gewijzigd of bewerkt zijn op een PC worden mogelijk niet verzonden.
Veranderen van de instellingen om beelden te versturen
∫
Door op [DISP.] te drukken nadat een verbinding tot stand gebracht is, kunt u de
instellingen voor het versturen veranderen, zoals de beeldgrootte voor het versturen.
[Grootte]
Grootte aanpassen van het te versturen beeld.
[Origineel]/[Wijzig]
• U kunt de beeldgrootte voor [Wijzig] selecteren door te kiezen tussen
[M], [S] of [VGA].
De beeldverhouding verandert niet.
160