met een lage intensiteit kleuren toe die vergelijkbaar zijn met
de achtergrondkleur.
Presentatie: Zie
Instellingen voor sonarweergave, pagina
Cijfers projecteren: Hiermee kunt u de gegevens instellen die
op het echoloodscherm worden weergegeven.
Geavanceerd: Zie
Geavanceerde echoloodinstellingen,
pagina
25.
Installatie: Hiermee kunt u de standaardecholoodinstellingen
herstellen.
Het zoomniveau instellen op het sonarscherm
1
Selecteer in een sonarweergave Menu > Zoom.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Automatisch om de diepte en de zoom
automatisch te laten instellen.
TIP: U kunt
selecteren voor meer opties.
• Als u het dieptebereik van het uitvergrote gebied
handmatig wilt instellen, selecteert u Handmatig >
Weergave hoger of Weergave dieper om het
dieptebereik van het uitvergrote gebied in te stellen en
selecteert u Inzoomen of Uitzoomen om de vergroting
van het uitvergrote gebied te verhogen of te verlagen.
• Als u een bepaald gebied van het scherm wilt vergroten,
selecteert u Vergroten.
TIP: U kunt het vergrotingskader naar een nieuwe locatie
op het scherm slepen.
• Selecteer Bodem vast om in te zoomen op
sonargegevens op bodemdiepte.
Als u het zoomen wilt annuleren, schakelt u de optie uit.
De schuifsnelheid instellen
U kunt bepalen hoe snel de sonargegevens over het scherm
schuiven. Een hogere schuifsnelheid geeft meer details weer tot
er geen extra details meer te tonen zijn, waarna de
weergegeven details worden opgerekt. Dit kan handig zijn als u
vaart of sleept, of wanneer u zich op zeer diep water bevindt
waar de sonar heel langzaam pingt. Een lagere schuifsnelheid
geeft sonargegevens langer op het scherm weer.
In de meeste situaties biedt de instelling Standaard een goede
balans tussen een snel schuivende afbeelding en minder
vertekende doelen.
1
Selecteer in een sonarweergave Menu > Sonarinstelling >
Schuifsnelheid.
2
Selecteer een optie:
• Als u de schuifsnelheid automatisch wilt instellen met
behulp van gegevens over de snelheid over de grond
(SOG) of de watersnelheid, selecteert u Automatisch.
Met de instelling Automatisch kan een schuifsnelheid
worden geselecteerd die is afgestemd op de snelheid van
de boot, zodat doelen in het water met de juiste hoogte-
breedteverhouding worden getekend en minder zijn
vertekend. Bij gebruik van Garmin ClearVü of SideVü
sonarweergaven of als u structuren zoekt, wordt
aangeraden de instelling Automatisch te gebruiken.
• Selecteer Omhoog om sneller te schuiven.
• Selecteer Achter om langzamer te schuiven.
Het bereik van de diepte- of breedteschaal aanpassen
U kunt het bereik van de diepteschaal voor traditionele en
Garmin ClearVü echoloodweergaven, en het bereik van de
breedteschaal voor de SideVü echoloodweergave aanpassen.
Als u toestaat dat het toestel het bereik automatisch aanpast,
wordt de bodem weergegeven in het onderste of buitenste
derde deel van het echoloodscherm. Dit kan handig zijn voor het
volgen van een bodem met minimale of minder grote
dieptewijzigingen.
24
Als u het bereik handmatig aanpast, kunt u een opgegeven
bereik weergeven. Dit kan handig zijn voor het volgen van een
bodem met grote dieptewijzigingen, zoals steile hellingen. De
24.
bodem wordt op het scherm weergegeven zolang deze binnen
het door u ingestelde bereik blijft.
1
Selecteer in een echoloodweergave Menu > Bereik.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Automatisch om het bereik automatisch te
laten aanpassen door de kaartplotter.
• Selecteer Omhoog of Achter om het bereik handmatig te
vergroten of te verkleinen.
TIP: Op het echoloodscherm kunt u
het bereik handmatig aan te passen.
TIP: Als u meerdere echoloodschermen hebt, kunt u met de
knop Selecteer positie het actieve scherm selecteren.
Instellingen voor sonarweergave
Selecteer in een sonarweergave Menu > Sonarinstelling >
,
Presentatie.
Kleurenschema: Hiermee stelt u het kleurenschema in.
A-Scope: Hiermee geeft u een verticale flitser weer aan de
rechterzijde van het scherm, die aan de hand van een schaal
meteen het bereik ten opzichte van doelen aangeeft.
Hoek: Hiermee markeert u het sterkste signaal van de bodem
om de hardheid of zachtheid van het signaal te kunnen
definiëren.
Vissymbolen: Hiermee stelt u in hoe de sonar zwevende
doelen interpreteert.
Toont zwevende doelen als symbolen en achtergrondsonarin-
formatie.
Toont zwevende doelen als symbolen met dieptegegevens en
achtergrondsonarinformatie.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met dieptege-
gevens weergegeven.
Sonarweergave: Hiermee kunt u het beeld van het sonar
versnellen door meer dan een kolom met gegevens op het
scherm te tekenen voor iedere kolom met sonargegevens die
wordt ontvangen. Dat is vooral handig als u het sonar
gebruikt in diep water, omdat het sonarsignaal langer
onderweg is naar de bodem en weer terug naar de
transducer.
Met de instelling 1/1 wordt één kolom met informatie op het
scherm getekend voor ieder signaal dat retour wordt
ontvangen van de sonar. Met de instelling 2/1 worden twee
kolommen met informatie op het scherm getekend voor ieder
signaal dat retour wordt ontvangen van de sonar en dit
systeem wordt voortgezet bij de instellingen 4/1 en 8/1.
Sonaralarmen
De sonaralarmfunctie is alleen een hulpmiddel voor situationeel
bewustzijn en voorkomt misschien niet onder alle
omstandigheden dat u aan de grond loopt. Het is de verplichting
van de schipper om het schip veilig te bedienen.
De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te
laten horen
(Systeeminstellingen, pagina
van akoestische alarmen kan leiden tot letsel of schade aan
eigendommen.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
transducers.
Selecteer Instellingen > Alarmen > Echolood.
of
selecteren om
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
39). Het niet instellen
Viszoeker met echolood