Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stoppen Met Navigeren; Waypoints; Uw Huidige Positie Als Waypoint Markeren; Een Waypoint Op Een Andere Positie Maken - Garmin ECHOMAP ULTRA Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ECHOMAP ULTRA Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

U kunt ook de oranje pijl voor de sturen koers gebruiken.
Deze stelt een draairadius voor om uw boot weer op koers te
krijgen.
WAARSCHUWING
Controleer of er obstakels zijn op het pad voordat u de
koerswijziging uitvoert. Als het pad niet veilig is, brengt u uw
bootsnelheid terug en bepaalt u een veilig pad terug naar de
koers.

Stoppen met navigeren

Selecteer in de navigatie- of viskaart Menu > Navigatie
stoppen.

Waypoints

Waypoints zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Met waypoints kunt u markeren waar u bent, waar u naartoe
gaat of waar u bent geweest. U kunt details over de locatie
toevoegen, zoals naam, hoogte en diepte.

Uw huidige positie als waypoint markeren

Selecteer vanuit een willekeurig scherm Markeer.

Een waypoint op een andere positie maken

1
Selecteer Navigatie-info > Waypoints > Nieuw via-punt.
2
Selecteer een optie:
• Om het waypoint te maken door positiecoördinaten in te
voeren, selecteert u Voer coördinaten in en voert u de
coördinaten in.
• Om het waypoint te maken met behulp van een kaart,
selecteert u Gebruik kaart en daarna achtereenvolgens
de locatie en selecteert u Selecteer positie.
• Als u het waypoint wilt maken met een bereik (afstand) en
peiling, selecteert u Voer bereik/peiling in en voert u de
gegevens in.

Een MOB-locatie markeren

Selecteer Markeer > Man-over-boord.
Een internationaal MOB-symbool (man-over-boord) markeert
het actieve MOB-punt en de kaartplotter stelt een directe koers
in terug naar de gemarkeerde locatie.

Een waypoint projecteren

U kunt een nieuw waypoint maken door de afstand en peiling
vanaf een andere locatie te projecteren. Dit kan nuttig zijn
wanneer u een start- of finishlijn voor zeilraces wilt maken.
1
Selecteer Navigatie-info > Waypoints > Nieuw via-punt >
Voer bereik/peiling in.
2
Selecteer indien nodig een referentiepunt op de kaart.
3
Selecteer Voer bereik/peiling in.
4
Voer de afstand in en selecteer OK.
5
Geef de peiling op en selecteer OK.
6
Selecteer Selecteer positie.

Een lijst met alle waypoints weergeven

Selecteer Navigatie-info > Waypoints.

Een opgeslagen waypoint bewerken

1
Selecteer Navigatie-info > Waypoints.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Bekijk > Wijzig via-punt.
4
Selecteer een optie:
• Als u een naam wilt toevoegen, selecteert u Naam en
voert u de naam in.
• Als u het symbool wilt wijzigen, selecteert u Symbool.
• Als u de diepte wilt wijzigen, selecteert u Diepte.
14
• Als u de watertemperatuur wilt wijzigen, selecteert u
Watertemperatuur.
• Als u de opmerking wilt wijzigen, selecteert u Opmerking.
• Als u de positie van het waypoint wilt verplaatsen,
selecteert u Positie.

Een opgeslagen waypoint verplaatsen

1
Selecteer Navigatie-info > Waypoints.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Bekijk > Verplaats.
4
Geef een nieuwe locatie voor het waypoint aan:
• Als u tijdens het weergeven van een kaart het waypoint
wilt verplaatsen, selecteert u Gebruik kaart, selecteert u
een nieuwe locatie op de kaart en vervolgens Selecteer
positie.
• Als u het waypoint wilt verplaatsen door middel van
coördinaten, selecteert u Voer coördinaten in en voert u
de nieuwe coördinaten in.
• Als u het waypoint wilt verplaatsen met een bereik
(afstand) en peiling, selecteert u Voer bereik/peiling in
en voert u de gegevens in.
• Als u het waypoint wilt verplaatsen met de huidige positie
van de boot, selecteert u Gebruik huidige positie.

Naar een opgeslagen via-punt zoeken en navigeren

WAARSCHUWING
Alle route- en navigatielijnen die op de kaartplotter worden
weergegeven, zijn alleen bedoeld als algemene
routebegeleiding of om de juiste vaarwegen te herkennen, en
zijn niet bedoeld om precies te worden gevolgd. Neem altijd de
navigatiekenmerken en omstandigheden op het water in acht als
u navigeert om te voorkomen dat u aan de grond loopt of er
gevaarlijke situaties optreden, hetgeen kan resulteren in schade
aan het vaartuig, persoonlijk letsel of overlijden.
De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische
kaartgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij is
van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het volgen
van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en
andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.
Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een
gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen.
Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en
andere gevaarlijke objecten te vermijden.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
Voordat u naar een via-punt kunt navigeren, moet u er eerst een
maken.
1
Selecteer Navigatie-info > Waypoints.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer een optie:
• Om rechtstreeks naar de locatie te navigeren, selecteert u
Ga naar.
• Om een route naar de locatie te maken, inclusief
koerswijzigingen, selecteert u Route naar.
• Als u Audo Guidance wilt gebruikten, selecteert u Auto
Guidance.
5
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt, geeft
een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie Auto
Guidance een deel van de Auto Guidance lijn niet kan
berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor
Navigatie met een kaartplotter

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Echomap uhd

Inhoudsopgave