11. Ook als de airconditioning niet wordt
bediend, kan een slijtage van afzonderlijke
componenten door normale veroudering of
belasting door het rijden optreden. Daarom
dienen de in het onderhouds- en service-
schema van de inbouwaanwijzing vermelde
controles onafhankelijk van de bedrijfsduur
van de installatie te worden uitgevoerd.
12. De filter-droger moet minstens eenmaal
per jaar worden vervangen. Bij werkzaam-
heden aan het koelmiddelcircuit moet de
filter-droger principieel worden vervangen
(bij Compact Cooler 5 Lite niet vereist).
13. Om het uitdrogen van asafdichtingen
van de koelmiddelcompressor of het gaan
vastzitten van bewegende onderdelen ten-
gevolge van olieverharsing te vermijden,
moet bij bedrijfspauzes minstens eenmaal
in de maand de airconditioning voor een
periode van ca. 15 minuten te worden inge-
schakeld. Voorwaarde: minimale buiten-
temperatuur > 5 °C bijv. verwarmde hal.
14. Er moet altijd op worden gelet, dat de in
de airconditioning opgenomen oliehoeveel-
heid met de aanduidingen in de inbouw-
aanwijzing overeenkomt.
15. Het reinigen van de condensor-, ver-
damper- of verwarmingwarmtewisselaarla-
mellen gebeurt bij geringe vervuiling met
perslucht tegen de normale luchtstroom-
richting. Bij sterke vervuiling of vettig beslag
moet eerst met een zeeploog of geschikte
reinigingsoplossing (niet agressief tegen
koper of aluminium) te reinigen en met
perslucht of waterstraal worden nabehan-
deld.
Attentie: gevaar op beschadiging bij sterke
water- of luchtstraal.
16. Bij voertuigreiniging met directe water-
straal op de airconditioning of bij reiniging
in de wasstraat moet de verseluchtklep
worden gesloten, verder moet de voertuig-
hoogte inclusief dakairconditioner in acht te
worden genomen.
17. De niet-naleving van de inbouwaanwij-
zing en de daarin opgenomen aanwijzingen
leiden tot uitsluiting van de aansprakelijk-
heid van de zijde van Webasto. Hetzelfde
geldt ook voor het niet vakkundig of niet
gebruiken van originele reserveonderdelen
bij het uitvoeren van reparaties.
18. De verse luchtklep (optie bij Compact
Cooler 8) dient in de winter gesloten te blij-
ven.
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
19. Bij het vullen van het verwarmingscir-
cuit met koelvloeistof (water/glycol) moet
erop worden gelet, dat deze langs de ont-
luchtingsklep van de installatie is ontlucht.
Het verdere vullen van het verwarmingscir-
cuit mag alleen bij draaiende motor worden
uitgevoerd.
20. Laat de airconditioning alleen werken,
als de behuizing en de leidingen onbescha-
digd zijn.
3