Onderhoud
Controles en testen
Algemene opmerkingen
Tenminste eenmaal in het jaar moet
het apparaat op de volgende wijze
worden gecontroleerd:
1.
Visuele controle van de totale
toestand van het apparaat.
2.
Visuele controle van de
verbranding en eventueel
demontage en reiniging van de
brander.
3.
In aansluiting op de controle „4"
eventueel een demontage en een
reiniging van de brander en de
pijpen doorvoeren.
4.
Reiniging van de hoofdwarmte-
wisselaar.
5.
Controleer of de veiligheids-
systemen goed functioneren:
-
grenstemperatuurbeveiliging.
6.
Controleer of de veiligheids-
systemen van de gastoevoergoed
functioneren:
- Gasdruk- en vlamuitvalzekering
(ionisatie).
7.
Controle van de efficiëntie van de
tapwaterproductie (controle van
de doorstroming en de
temperatuur)
8.
Controle van de algemene werking
van het verwarmingsapparaat.
9.
Verwijderen van oxidevorming op
de ionisatie-elektrode met behulp
van een reinigingsdoek.
26
Reiniging van de primaire
warmtewisselaar
Reiniging aan rookgaszijde
Om toegang tot de primaire warmte-
wisselaar te krijgen, demonteert u de
brander. Voor de reiniging kunt water,
een reinigingsmiddel en ook een
niet-metalen kwastje gebruiken.
Reiniging van de sifon
Sifon verwijderen en met water en
reinigingsmiddel reinigen. Sifon met
water vullen en monteren.
NB: Werd het apparaat langere tijd
niet gebruikt, moet de sifon voor het
opnieuw inschakelen worden gevuld.
Het is gevaarlijk geen water in de
sifon bij te vullen omdat er in dit
geval rookgas in de omgeving kan
stromen.
Functietest
Na beëindigen van de onderhouds-
werkzaamheden:
-
Zet het apparaat aan.
-
Indien nodig, ontlucht u de ver-
warmingsinstallatie.
-
Controleer de instellingen en ook
of alle bedienings-, instellings- en
controle-elementen goed
functioneren.
-
Controleer of de installatie voor de
rookgasafvoerleiding/ afvoer van
verbrandingslucht volkomen dicht
is en naar behoren functioneert.