Optimaal zendgebied
Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het betrouwbaarst wanneer de antennes zoals
hieronder afgebeeld ten opzichte van de drone staan.
Optimaal zendgebied
Koppelen van de afstandsbediening
De afstandsbediening is vóór levering aan uw drone gekoppeld. Koppelen is alleen nodig wanneer
voor de eerste keer een nieuwe afstandsbediening wordt gebruikt. Volg deze stappen om een nieuwe
afstandsbediening te koppelen:
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Start DJI Fly.
3. Tik in cameraweergave op
maken met drone). De afstandsbediening zal continu piepen.
4. Houd de aan-/uitknop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept één keer
om aan te geven dat deze klaar is om gekoppeld te worden. De drone piept twee keer om aan
te geven dat het koppelen succesvol is. De batterijniveau-ledlampjes van de afstandsbediening
branden continu.
Zorg dat de afstandsbediening tijdens het koppelen niet meer dan 0,5 meter van de drone
verwijderd is.
De afstandsbediening zal zelf de koppeling met een drone opheffen als er een nieuwe
afstandsbediening met dezelfde drone wordt gekoppeld.
Schakel bluetooth en wifi uit bij gebruik van de OcuSync 2.0-video-transmissieverbinding. Anders
kunnen ze de videotransmissie beïnvloeden.
Laad de afstandsbediening volledig op vóór elke vlucht. De afstandsbediening geeft een
waarschuwing wanneer het batterijniveau laag is.
Als de afstandsbediening is ingeschakeld en gedurende vijf minuten NIET wordt gebruikt, klinkt er
een waarschuwing. Na zes minuten schakelt de drone automatisch uit. Beweeg de joysticks of druk
op een willekeurige knop om de waarschuwing te annuleren.
Pas de houder van het mobiele apparaat aan zodat het mobiele apparaat stevig vastzit.
Laad de batterij ten minste éénmaal per drie maanden volledig op om ervoor te zorgen dat de batterij
in goede staat blijft.
en selecteer 'Control' (Bediening) en 'Pair to Aircraft' (Verbinding
DJI Mini 2 SE Gebruikshandleiding
Zwak
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Zwak
Sterk
33