Drone
De DJI Mini 2 SE bestaat uit een vluchtcontroller, een video-downlinksysteem, een zichtsysteem, een
voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.
Vliegmodi
De DJI Mini 2 SE heeft drie vliegstanden, plus een vierde vliegmodus waarnaar de drone in bepaalde
scenario's overschakelt. De vliegmodi kunnen worden gewisseld via de vliegmodusschakelaar op de
afstandsbediening.
Normale modus: De drone gebruikt GPS en het zichtsysteem om zichzelf automatisch te stabiliseren.
Intelligent Flight Mode is in deze stand ingeschakeld. Wanneer het GPS-signaal sterk is, gebruikt
de drone GPS om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer de GPS zwak is en de
lichtomstandigheden voldoende zijn, gebruikt de drone zichtsystemen om zichzelf te lokaliseren en
te stabiliseren. Wanneer het neerwaartse zichtsysteem is ingeschakeld en de lichtomstandigheden
voldoende zijn, is de maximale hoek van de vluchthoogte 25° en de maximale vliegsnelheid 10 m/s.
Sportmodus: In de Sportmodus gebruikt de drone GPS en het neerwaartse zichtsysteem voor
positionering. De respons van de drone is afgestemd op een optimale wendbaarheid en snelheid, zodat
de drone effectiever reageert op bewegingen van de joystick. De maximale vliegsnelheid is 16 m/s, de
maximale stijgsnelheid is 5 m/s en de maximale daalsnelheid is 3,5 m/s.
Cine-modus: De Cine-modus is gebaseerd op de normale modus en de vliegsnelheid is beperkt,
waardoor de drone stabieler is tijdens de opnames. De maximale vliegsnelheid is 6 m/s, de maximale
stijgsnelheid is 2 m/s en de maximale daalsnelheid is 1,5 m/s.
De drone schakelt automatisch over naar de hoogtestand (ATTI) wanneer het neerwaartse zichtsysteem
niet beschikbaar of uitgeschakeld is en het GPS-signaal zwak is of het kompas een storing ondervindt.
In de hoogtemodus (ATTI) wordt de drone mogelijk gemakkelijker beïnvloed door zijn omgeving.
Omgevingsfactoren, zoals wind, kunnen leiden tot horizontale kanteling. Hierdoor kunnen er gevaarlijke
situaties ontstaan, vooral wanneer in krappe ruimtes wordt gevlogen. De drone kan zichzelf in deze
modus niet positioneren of automatisch remmen, daarom moet de piloot de drone zo snel mogelijk laten
landen om ongelukken te voorkomen.
De drone kan obstakels op de route niet automatisch detecteren. De piloot moet alert blijven op de
omgeving en de drone besturen om obstakels te vermijden.
De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn aanzienlijk hoger en groter in de
Sportmodus. Onder windloze omstandigheden is een minimale remafstand van 30 m vereist.
De daalsnelheid is aanzienlijk groter in de Sportmodus. Onder windloze omstandigheden is een
minimale remafstand van 10 m vereist.
De respons van de drone neemt in de Sportmodus aanzienlijk toe, wat betekent dat een kleine
beweging van de joystick op de afstandsbediening zich vertaalt in een grote reisafstand van de drone.
Wees tijdens de vlucht oplettend en houd een toereikende manoeuvreerruimte aan.
In de videomodus in de normale of Cine-modus wordt de vliegsnelheid beperkt als de pitch van de
gimbal bijna -90° of 0° is, om ervoor te zorgen dat de opname stabiel is. Bij sterke wind wordt de
restrictie uitgeschakeld, om de windweerstand van de drone te verbeteren. Als gevolg daarvan kan de
gimbal tijdens de opname gaan trillen.
©
12
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.