Bedieningshandleiding
Stroommeetsensor
2356 02
Gira
Giersiepen GmbH & Co. KG
Elektrotechnische installatie-
systemen
P.O. Box 1220
42461 Radevormwald
Tel. +49 (0) 2195 / 602 – 0
Fax +49 (0) 2195 / 602 – 339
www.gira.nl
info@gira.nl
Conformiteitsverklaring
De stroommeetsensor mag in alle EU- en EFTA-
lidstaten worden gebruikt.
De conformiteitsverklaring kunt u downloaden
onder www.download.gira.de.
Garantie
Wij bieden de wettelijk vereiste garantie.
Stuur het apparaat portvrij met een omschrijving
van de fout via de vakhandel naar onze centrale
klantenservice.
Gira
Giersiepen GmbH & Co. KG
Service Center
Dahlienstraße 12
42477 Radevormwald
Veiligheidsaanwijzingen
Neem de aanwijzingen betreffende de voedings-
spanning in acht. Er mag geen andere voeding
worden gebruikt dan die in deze handleiding
wordt beschreven.
Normale batterijen mogen nooit worden opgela-
den. In dat geval bestaat explosiegevaar!
Werp batterijen niet in het vuur! Sluit batterijen
niet kort!
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen en ver-
mijd de invloeden van vocht, stof, zonnestraling
en warmtebronnen.
Bedoeld gebruik
De Gira stroommeetsensor is bedoeld voor het
meten van het stroomverbruik bij draai- en wis-
selstroominductiemeters met een draaischijf
met rode markering. Elk ander gebruik dan in
deze bedieningshandleiding beschreven voldoet
niet aan het bedoelde gebruik en leidt tot verlies
van garantie en uitsluiting van aansprakelijkheid.
Dat geldt ook voor aan het apparaat uitgevoerde
wijzigingen.
De gemeten waarden zijn niet geschikt als
publieke informatie. Het apparaat is uitsluitend
bedoeld voor privégebruik, niet voor afreken-
doeleinden.
De hoofdmeter is normaalgesproken verzegeld
en eigendom van het energiebedrijf. Eigenmach-
tige ingrepen zijn verboden. Wanneer meetvoor-
zieningen worden aangebracht, mogen deze de
meter niet beïnvloeden en moeten deze volledig
kunnen worden verwijderd. De stroommeetsen-
sor is zo ontworpen, dat hij aan deze eisen vol-
doet. Door een contactloos, opto-elektronisch
meetprincipe hoeven geen ingrepen aan de
meter of het lichtnet te worden uitgevoerd.
Functiebeschrijving
De Gira stroommeetsensor bestaat uit een sen-
soreenheid en een zendeenheid. De sensoreen-
heid registreert het passeren van de rode marke-
ring op de draaischijf en geeft de meetgegevens
door aan de zendeenheid. Deze verzendt de
gegevens naar het Gira energie- en weerdisplay.
Sensoreenheid en zendeenheid zijn beide voor-
zien van een LED. De LED van de sensoreenheid
brandt wanneer de rode markering op de draai-
schijf is geregistreerd. De LED van de zendeen-
heid brandt wanneer er draadloze overdracht
plaatsvindt. Het display van de zendeenheid
toont in normaal bedrijf na een toetsdruk gedu-
rende 3 minuten het gemiddelde vermogen tij-
dens de laatste omwenteling van de draaischijf.
Voor optimale positionering zitten de sensor- en
zendeenheid in aparte behuizingen. Zo kan de
sensoreenheid direct op de stroommeter worden
geplaatst en de zendeenheid met een verbin-
dingskabel op een plaats met een goede ont-
vangst.
Sensoreenheid
Zendeenheid
Batterijen plaatsen/vervangen
De sensoreenheid wordt door de zendeenheid
van spanning voorzien. Deze wordt gevoed door
vier alkalinebatterijen (1,5 V type LR06, Mignon,
AA). Om het batterijvak te openen, bevinden zich
aan beide zijden van de zendeenheid kleine uit-
sparingen.
1. Steek een schroevendraaier in de uitsparin-
gen en verwijder het deksel van het batterij-
vak.
2. Plaats vier LR06-batterijen met de juiste pola-
riteit in de zendeenheid.
3. Breng het deksel van het batterijvak weer aan
en klik dit vast.
Zijaanzicht
Batterijvak
i
Batterijgebruik
De stroommeetsensor mag uitsluitend met
alkalinebatterijen worden gebruikt, niet met
oplaadbare batterijen.
Weergave "Batterij leeg"
Bij lege batterijen verschijnt (afwisselend met de
normale weergave) bAt op het display van de
zendeenheid.
Vervang in dat geval de batterijen van de zender.
De toewijzing aan het energie- en weerdisplay
blijft bij een batterijwissel behouden.
Zender toewijzen
Om de draadloze componenten met elkaar te
kunnen laten communiceren, moeten deze aan
elkaar worden toegewezen.
1. Druk op de zendeenheid gedurende
3 seconden op .
✓
De zendeenheid zendt gedurende de eerstvol-
gende vijf minuten elke vijf seconden een toe-
wijzingssignaal uit. Tijdens de toewijzingspro-
cedure brandt de LED van de zendeenheid.
2. Start binnen deze vijf minuten op het energie-
en weerdisplay de programmeermodus (zie
de bedieningshandleiding van het energie- en
weerdisplay).
✓
Na de ingebruikstelling geeft de zendeenheid
gedurende 1 seconde het versienummer, een
A en kW weer. Hiermee wordt aangegeven dat
de sensor is toegewezen.
✓
Na succesvolle toewijzing geeft het energie-
en weerdisplay de gegevens van de stroom-
meter aan.
3. Door nogmaals op te drukken, wordt de
programmeermodus van de stroommeetsen-
sor beëindigd.
Een stroommeetsensor kan aan een willekeurig
aantal energie- en weerdisplays worden toege-
wezen.
Toewijzing wissen
Het wissen van de toewijzing van de stroom-
meetsensor kan alleen op het energie- en weer-
display.