Bedieningshandleiding
Gasmeetsensor
2357 02
Gira
Giersiepen GmbH & Co. KG
Elektrotechnische installatie-
systemen
P.O. Box 1220
42461 Radevormwald
Tel. +49 (0) 2195 / 602 – 0
Fax +49 (0) 2195 / 602 – 339
www.gira.nl
info@gira.nl
Veiligheidsaanwijzingen
Neem de aanwijzingen betreffende de voedings-
spanning in acht. Er mag geen andere voeding
worden gebruikt dan die in deze handleiding
wordt beschreven.
Normale batterijen mogen nooit worden opgela-
den. In dat geval bestaat explosiegevaar!
Werp batterijen niet in het vuur! Sluit batterijen
niet kort!
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen en ver-
mijd de invloeden van vocht, stof, zonnestraling
en warmtebronnen.
Bedoeld gebruik
De Gira gasmeetsensor is bedoeld voor het
meten van het gasverbruik bij balgengasmeters
van Elster met standaard telwerk en magneet-
sensor.
Elk ander gebruik dan in deze bedieningshand-
leiding beschreven voldoet niet aan het
bedoelde gebruik en leidt tot verlies van garantie
en uitsluiting van aansprakelijkheid. Dat geldt
ook voor aan het apparaat uitgevoerde wijzigin-
gen.
De gemeten waarden zijn niet geschikt als
publieke informatie. Het apparaat is uitsluitend
bedoeld voor privégebruik, niet voor afreken-
doeleinden.
De hoofdmeter is normaalgesproken verzegeld
en eigendom van het energiebedrijf. Eigenmach-
tige ingrepen zijn verboden. Wanneer meetvoor-
zieningen worden aangebracht, mogen deze de
meter niet beïnvloeden en moeten deze volledig
kunnen worden verwijderd. De gasmeetsensor is
zo ontworpen, dat hij aan deze eisen voldoet.
Door een contactloos, magnetisch meetprincipe
hoeven geen ingrepen aan de meter of het gas-
net te worden uitgevoerd.
Functiebeschrijving
De Gira gasmeetsensor bestaat uit een sen-
soreenheid en een zendeenheid.
De sensoreenheid registreert de impulsen van de
magneetsensor in het telwerk van de gasmeter
en geeft deze door aan de zendeenheid. Deze
verzendt de impulsgegevens naar het Gira ener-
gie- en weerdisplay.
De zendeenheid heeft een LED-aanduiding en
een display. De LED brandt wanneer er draadloze
overdracht plaatsvindt. Het display toont in nor-
maal bedrijf na een toetsdruk gedurende
3 minuten de gemiddelde doorstroomhoeveel-
heid per uur tussen twee meterimpulsen in m³.
Voor optimale positionering zitten de sensor- en
zendeenheid in aparte behuizingen. Zo kan de
sensoreenheid direct op de gasmeter worden
geplaatst en de zendeenheid met een verbin-
dingskabel op een plaats met een goede ont-
vangst.
Sensoreenheid
Zendeenheid
Batterijen plaatsen/vervangen
De sensoreenheid wordt door de zendeenheid
van spanning voorzien. Deze wordt gevoed door
vier alkalinebatterijen (1,5 V type LR06, Mignon,
AA). Om het batterijvak te openen, bevinden zich
aan beide zijden van de zendeenheid kleine uit-
sparingen.
1. Steek een schroevendraaier in de uitsparin-
gen en verwijder het deksel van het batterij-
vak.
2. Plaats vier LR06-batterijen met de juiste pola-
riteit in de zendeenheid.
3. Breng het deksel van het batterijvak weer aan
en klik dit vast.
Zijaanzicht
Batterijvak
i
Batterijgebruik
De gasmeetsensor mag uitsluitend met alkali-
nebatterijen worden gebruikt, niet met oplaad-
bare batterijen.
Weergave "Batterij leeg"
Bij lege batterijen verschijnt (afwisselend met de
normale weergave) bAt op het display van de
zendeenheid.
Vervang in dat geval de batterijen van de zender.
De toewijzing aan het energie- en weerdisplay
blijft bij een batterijwissel behouden.
Zender toewijzen
Om de draadloze componenten met elkaar te
kunnen laten communiceren, moeten deze aan
elkaar worden toegewezen.
1. Druk op de zendeenheid gedurende
3 seconden op .
✓
De zendeenheid zendt gedurende de eerstvol-
gende vijf minuten elke vijf seconden een toe-
wijzingssignaal uit. Tijdens de toewijzingspro-
cedure brandt de LED van de zendeenheid.
2. Start binnen deze vijf minuten op het energie-
en weerdisplay de programmeermodus (zie
de bedieningshandleiding van het energie- en
weerdisplay).
✓
Na de ingebruikstelling geeft de zendeenheid
gedurende 1 seconde het versienummer en
m³ weer. Hiermee wordt aangegeven dat de
sensor is toegewezen.
✓
Daarna geeft het energie- en weerdisplay de
gegevens van de gasmeter aan.
3. Door nogmaals op te drukken, wordt de
programmeermodus van de gasmeetsensor
beëindigd.
Een gasmeetsensor kan aan een willekeurig aan-
tal energie- en weerdisplays worden toegewe-
zen.
Toewijzing wissen
Het wissen van de toewijzing van de gasmeet-
sensor kan alleen op het energie- en weerdis-
play.