Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor
draadloze communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep. Wanneer het lampje
voor draadloze communicatie wit is, zijn een of meer apparaten voor draadloze communicatie
ingeschakeld. Wanneer het lampje voor draadloze communicatie oranje is, zijn alle apparaten voor
draadloze communicatie uitgeschakeld.
Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor
draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit
te schakelen.
Bedieningselementen van het besturingssysteem gebruiken
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met
een netwerk, draadloze netwerken beheren, en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt:
1.
Typ n in het startscherm en selecteer Instellingen.
2.
Typ netwerk en delen in het zoekvak en selecteer vervolgens Netwerkcentrum.
Voor meer informatie typt u h in het startscherm en selecteert u Help en ondersteuning.
WLAN gebruiken
Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos netwerk (WLAN), dat bestaat uit
andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden via een draadloze router of een
draadloos toegangspunt.
OPMERKING:
gebruikt.
Grote draadloze netwerken, zoals draadloze bedrijfsnetwerken en openbare draadloze
●
netwerken, werken meestal met draadloze toegangspunten die een groot aantal computers en
accessoires ondersteunen, en kritieke netwerkfuncties kunnen afschermen.
Een draadloos thuisnetwerk of een klein draadloos kantoornetwerk werkt meestal met een
●
draadloze router, die ervoor zorgt dat meerdere draadloze en bekabelde computers een
internetverbinding, een printer en bestanden kunnen delen zonder dat daar extra hardware of
software aan te pas komt.
als u het WLAN-apparaat in de computer wilt gebruiken, moet u verbinding maken met WLAN-
infrastructuur (aangeboden door een aanbieder van netwerkdiensten, of een openbaar netwerk of
bedrijfsnetwerk).
Gebruikmaken van een internetprovider
Als u thuis internet wilt gebruiken, moet u een account aanvragen bij een internetprovider. Neem
contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem.
De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel
waarmee u de draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
OPMERKING:
toegang tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
18
Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
de begrippen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar
van uw internetprovider ontvangt u een gebruikersnaam en een wachtwoord voor