A
OPNAME-INSTELLINGEN
Pas opname-opties aan.
Om opname-opties weer te geven,
drukt u op MENU/OK in de opname-
weergave en selecteert u het tab-
blad A (OPNAME-INSTELLINGEN).
N
De beschikbare opties verschillen per geselecteerde opna-
memodus.
ONDERWERPPROGRAMMA
Kies de modus die wordt geselecteerd als de dri-
ve-schijf naar S wordt gedraaid en de keuzehendel
van de automatische modus op AUTO is gedraaid.
Modus
Modus
S
S
GEAVANCRD SR
GEAVANCRD SR
AUTO
AUTO
h h
PORTRET
PORTRET
Z
Z
GEZICHT
GEZICHT
VERZACHTEN
VERZACHTEN
M
M
LANDSCHAP
LANDSCHAP
N
N
SPORT
SPORT
O
O
NACHT
NACHT
De camera optimaliseert automatisch de instellin-
gen om zich aan te passen aan het onderwerp.
Kies deze scène voor portretten.
Verwerkt portretten om het onderwerp een vloei-
ende, natuurlijke teint te geven.
Kies deze scène voor daglichtfoto's of gebouwen
en landschappen.
Kies deze scène bij het fotograferen van bewegen-
de onderwerpen.
Kies deze stand voor slecht schemerlicht of
nachtscènes.
OPNAME-INSTELLINGEN
ONDERWERPPROGRAMMA
DRIVE-INSTELLING
ZELFONTSPANNER
INTERVAL-TIMEROPNAME
LICHTMEETSYSTEEM
SLUITERTYPE
IS MODE
ISO
Beschrijving
Beschrijving
VERLATEN
6
147