O
Als de bestandsnummering 999 bereikt voordat het foto-
graferen is voltooid, worden de resterende foto's opgesla-
gen in een nieuwe map.
Serieopname wordt mogelijk niet gestart als de beschikba-
re ruimte op de geheugenkaart onvoldoende is.
Beeldsnelheid varieert volgens onderwerp, sluitertijd,
gevoeligheid en scherpstelmodus. Beeldsnelheden kun-
nen langzamer worden en opnametijden kunnen stijgen
naarmate meer foto's worden genomen.
De fl itser schakelt automatisch uit; de eerder ingestelde
fl itsmodus wordt weer geselecteerd wanneer de stand
voor continu fotograferen wordt uitgeschakeld.
5
Scherpstelling en belichting
Selecteer scherpstelmodus C om te variëren per foto; om de
belichting per foto te variëren, selecteert u UIT voor
SCHIJFINSTELLINGEN > SLUITER AE.
N
Het selecteren van CH beperkt de keuze van scherpstel-
kaders in scherpstelmodus C en beperkt de intelligente
gezichtsdetectie in het gebied gebruikt voor intelligente
hybride AF (TTL-contrastdetectie AF+fasedetectie AF;
P
84).
Trackingprestaties voor belichting en scherpstelling
kunnen variëren volgens factoren zoals diafragma, gevoe-
ligheid en belichtingscompensatie.
98
Continu fotograferen (seriemodus)
D
TOETS-/