Inschakelen
Draai de kraan open als deze nog
dicht is.
Controleer of de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
Sluit de deur.
Schakel de automaat met de toets
in.
In het display verschijnt kort het af fa-
briek ingestelde ECO-programma. Het
bijbehorende controlelampje brandt.
Na korte tijd verschijnt de geschatte
programmaduur.
U kunt die instelling ook wijzigen in het
laatst gebruikte programma (zie "Menu
'Instellingen', Programmavoorkeuze").
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaatwerk
en de mate waarin dat is vervuild.
In het hoofdstuk: "Programma-over-
zicht" zijn de programma's beschreven
en de toepassingen ervan.
Kies met de toets het gewenste
programma.
Het controlelampje van het gekozen
programma licht op en het controle-
lampje van de Start/Stop-toets knip-
pert.
Als het controlelampje bij het symbool
brandt, kunt u met de toets >
meer programma's kiezen. In het dis-
play verschijnt van deze programma's
afwisselend de naam en de program-
maduur.
U kunt nu een extra functie kiezen (zie
"Extra functies".
Programma starten
Druk op de Start/Stop-toets.
Het programma start.
Is er een extra functie gekozen, dan
brandt tevens het daarbij behorende
controlelampje.
Wilt u een programma afbreken, doe
dat dan alleen in de eerste minuten
van het programma.
Belangrijke programmafasen (zoals
het voorbereiden van de ontharder)
worden anders mogelijk niet uitge-
voerd.
Bediening
35