b.
Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het
geheugenmoduleslot.
Bewaar de verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te
beschermen.
10.
U plaatst als volgt een geheugenmodule in het onderste geheugenmoduleslot:
a.
Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje in het onderste
geheugenmoduleslot.
b.
Plaats de geheugenmodule stevig in het onderste geheugenmoduleslot (2) totdat deze vastzit
en de borgklemmetjes (3) automatisch vastklikken.
11.
U plaatst als volgt een geheugenmodule in het bovenste geheugemoduleslot:
a.
Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje in het bovenste
geheugenmoduleslot.
80
Hoofdstuk 8 Geheugenmodules