LET OP! Om RotoSens te gebruiken, mag de belasting van de motor niet te
laag zijn. De minimale diameter voor de rotor en de riemschijf voor iedere
grootte van het aandrijfsysteem is:
EMX-R-15: Riemschijf
EMX-R-25: Riemschijf
EMX-R-35: Riemschijf
Bij een kleinere riemschijf of rotor kan RotoSens niet worden gebruikt. De
rotatiecontrole met sensor kan echter altijd worden gebruikt.
De rotatiecontroles geven alarm via bedrijfsindicaties en via het alarmrelais. De
motor stopt niet bij een alarm.
Voor bediening zonder een externe rotatiesensor moet DIP-schakelaar 4 in de
stand "OFF"(naar beneden) worden gezet, hetgeen betekent dat de ingebouwde
elektronische monitor RotoSens is aangesloten.
Voor bediening zonder een externe rotatiesensor en zonder de ingebouwde elek-
tronische rotatiemonitor RotoSens, moet DIP-schakelaar 4 ook in de stand
"OFF" worden gezet en moet er een draadbrug worden gemonteerd tussen aan-
sluitklemmen 31 en 32.
1.3.3
Bescherming van de besturingseenheid
De besturingseenheid is voorzien van een over- en onderspanningscontrole. Als
de netspanning hoger of lager wordt dan de desbetreffende grenswaarden, wordt
de besturingseenheid uitgeschakeld en slaat de motor af. Zodra de netspanning
normaal is, komt de motor automatisch weer op gang.
De besturingseenheid heeft een ingebouwde motorbeveiliging tegen over-
belasting waardoor een externe motorbeveiliging dus niet vereist is. Bij een over-
belasting wordt de motorstroom onderbroken. Om het aandrijfsysteem
opnieuw te kunnen starten, moet de netspanning naar de besturingseenheid
gedurende minstens 5 seconden worden uitgeschakeld.
Een ingebouwde kortsluitbeveiliging beschermt tegen kortsluiting tussen de
motorfases en tussen de fases en massa.
Emotron AB 01-3333-03r2
≥
63 mm, Rotordiameter
≥
63 mm, Rotordiameter
≥
100 mm, Rotordiameter
≥
630 mm
≥
1.200 mm
≥
2000 mm
Beschrijving
9