Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rotatiecontrole (Dip-Schakelaar 4) - Emotron EMX-R Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De eerste keer nadat het aandrijfsysteem na aansluiting op het net in de schoon-
blaasmodus staat, wordt het houdkoppel niet geactiveerd, aangezien veel rotoren
geen actief houdkoppel nodig hebben om stil te staan. Een rotor die een houd-
koppel nodig heeft, zal dan langzaam gaan roteren. Het aandrijfsysteem remt
dan onmiddellijk de snelheid tot nul af en legt vervolgens altijd een houdkoppel
op als de rotor stil moet staan. Het aandrijfsysteem heeft nu geleerd welke roto-
ren houdkoppel nodig hebben en welke niet. Het houdkoppel is minimaal 50%
hoger dan het koppel dat nodig is voor bedrijf vlak voor de stilstand.
Als het houdkoppel geactiveerd is en de aandrijfriem wordt vastgepakt om de
rotor met de hand te draaien, neemt het koppel stapsgewijs toe.
Het houdkoppel wordt gegenereerd doordat er stroom door een van de motor-
fasen gaat. Hoe groter het vereiste koppel, hoe hoger de stroom. Deze stroom
produceert een geluid, dat met de verhoogde stroom toeneemt. Geïntegreerd in
de besturingseenheid bevinden zich drie motorbeveiligingen, één voor iedere
motorfase . De motorbeveiliging beschermt de motor ook als het houdkoppel is
ingeschakeld.
1.3.2

Rotatiecontrole (DIP-schakelaar 4)

Er kunnen twee verschillende rotatiecontroles worden geselecteerd. De eerste,
RotoSens', is een geïntegreerde elektronische rotatiecontrole. De tweede is een
rotatiecontrole die gebruik maakt van een externe rotatiesensor.
Bij de rotatiecontrole met sensor is in de periferie van de rotor een magneet
geplaatst. De magneet activeert de sensor één keer per omwenteling. Als er bij-
voorbeeld een riem breekt en de rotor stopt, stoppen de pulsen en wordt er een
alarm gegeven. De tijd totdat het alarm wordt gegeven, hangt af van de snelheid
en bedraagt 24 seconden bij maximale snelheid, 20 seconden bij minimale
snelheid en ongeveer 8 uur in de schoonblaasmodus.
RotoSens gebruikt de motor als sensor. Door de besturingseenheid de belasting
van de motor te laten meten, kunt u bepalen of de aandrijfriem gebroken is. Als
de aandrijfriem gebroken is, zal de motorbelasting laag zijn. Omdat de rotoren,
die erg soepel roteren, ook een lage belasting op de motor geven, is het noodza-
kelijk om ook de belasting tijdens acceleratie te meten. U krijgt dan een meting
van het traagheidsmoment van de rotor. Na 2 minuten bedrijf bij een lage belas-
ting wordt er een belastingsmeting verricht tijdens acceleratie. Als de aandrijf-
riem is gebroken, wordt er een alarm gegeven. Als deze intact is, wordt de
belastingsmeting tijdens acceleratie na 24 uur herhaald. In de reinigingsmodus
wordt om de 24 uur een meting tijdens acceleratie verricht.
8
Beschrijving
Emotron AB 01-3333-03r2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Emx-r-15sEmx-r-15eEmx-r-25sEmx-r-25eEmx-r-35sEmx-r-35e

Inhoudsopgave