6. Zet de computer aan en wacht ongeveer tien seconden. Zet de computer weer uit door de aan/uit-knop
ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden.
7. Herhaal stap 1 en stap 2.
8. Zet de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel terug in de standaardpositie (pennetje 1 en 2).
9. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan.
10. Zet het beeldscherm en de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
11. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de BIOS-instellingen worden hersteld naar
een eerder punt.
Een opstartapparaat kiezen
Als de computer niet vanaf het verwachte apparaat opstart, kunt u de opstartvolgorde van de apparaten
permanent wijzigen of een tijdelijk opstartapparaat selecteren.
De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen
Ga als volgt te werk om de opstartvolgorde van apparaten permanent te wijzigen:
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of uw computer is ingeschakeld. Plaats vervolgens
de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Start het programma Setup Utility. Zie 'Het programma Setup Utility starten' op pagina 35.
3. Selecteer Startup.
4. Volg de instructies aan de rechterkant van het scherm om de opstartvolgorde van de apparaten te
wijzigen.
5. Als u de nieuwe instellingen wilt opslaan en het programma Setup Utility wilt afsluiten, drukt u op F10 of
Fn+F10 (afhankelijk van de toetsenbordinstellingen). Selecteer vervolgens Yes in het weergegeven
venster en druk op Enter.
Een tijdelijk opstartapparaat kiezen
Opmerking: Niet alle schijven en opslagstations zijn opstartbaar.
U selecteert als volgt een tijdelijk opstartapparaat:
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of uw computer is ingeschakeld. Plaats vervolgens
de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Zet de computer aan of start opnieuw op. Voordat Windows opstart, drukt u herhaaldelijk op de toets
F12 of Fn+F12 (afhankelijk van de toetsenbordinstellingen) totdat het venster Startup Device Menu
wordt weergegeven.
3. Selecteer het gewenste opslagapparaat en druk op Enter. De computer start nu op vanaf het apparaat
dat u hebt geselecteerd.
40
Gebruikershandleiding P520c