c. Sluit de kabel van de voorste ventilatoreenheid aan op de aansluiting ervoor op de systeemplaat. Zie
'Onderdelen op de systeemplaat' op pagina 6.
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar 'Vervangen van de onderdelen voltooien' op
pagina 118.
Ventilatoreenheid aan achterzijde
Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de 'Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie' op pagina iii hebt gelezen en begrepen.
Ga als volgt te werk om de ventilatoreenheid aan de achterzijde te verwijderen of te installeren:
1. Bereid de computer voor. Zie 'Uw computer voorbereiden en de computerkap verwijderen' op pagina
59.
2. Kijk waar de ventilatoreenheid van de achterzijde zich bevindt. Zie 'Componenten van de computer' op
pagina 5.
3. Ga als volgt te werk om de ventilatoreenheid aan de achterzijde te verwijderen:
a. Ontkoppel de kabel van de ventilatoreenheid aan de achterzijde van de desbetreffende aansluiting
op de systeemplaat. Zie 'Onderdelen op de systeemplaat' op pagina 6.
b. De ventilatoreenheid aan de achterzijde zit met vier rubberen koppelingen vast aan het chassis. Trek
de uiteinden van de rubberen koppelingen uit en trek de ventilator aan de achterzijde voorzichtig uit
het chassis.
Figuur 106. De ventilatoreenheid aan de achterzijde verwijderen
4. Ga als volgt te werk om de ventilatoreenheid aan de achterzijde te installeren:
a. Lijn de rubberen koppelingen van de ventilator aan de achterzijde uit met de openingen in het
chassis. Druk de rubberen koppelingen door de gaten.
.
Hoofdstuk 7
Het verwijderen en installeren van hardware
117