Het koeltoestel voor de reini-
ging voorbereiden
Schakel het koeltoestel uit.
De temperatuurindicator in de display
gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Haal de levensmiddelen uit het koel-
toestel en bewaar ze op een koele
plaats.
Haal alle diepvriesladen en glasplaten
uit het toestel voor de reiniging.
Haal alle overige onderdelen uit het
toestel die kunnen worden verwij-
derd.
Binnenkant en toebehoren rei-
nigen
Reinig het toestel regelmatig. Neem
vuil direct af en laat het niet opdrogen.
Reinig de binnenruimten met een
sponsdoekje, lauwwarm water en wat
afwasmiddel.
Neem deuren en zijwanden daarna
met helder water af en wrijf alles met
een doek droog.
Laat de deur van het toestel nog even
open staan, om het apparaat te luch-
ten en geurtjes te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
De volgende onderdelen zijn niet vaat-
wasmachinebestendig:
– alle laden en deksels van laden (mo-
delafhankelijk)
– de isolatieplaat (afhankelijk van het
model als accessoire verkrijgbaar)
Reinig de onderdelen die niet in de
afwasautomaat mogen worden gerei-
nigd met de hand.
De volgende onderdelen zijn geschikt
voor de vaatwasser:
De temperatuur van het gekozen
programma van de afwasautomaat
mag maximaal 55 °C bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de
vaaatwasser verkleuren door contact
met bepaalde natuurlijke kleurstof-
fen, bijv. in wortels, tomaten en ket-
chup. Deze verkleuring heeft geen in-
vloed op de stabiliteit van de onder-
delen.
– de plateaus (zonder lijsten)
– het bakje met ijsblokjes
35