Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Tandemafdrukken

Als het printermodel een functie voor tandem-kopiëren/afdrukken heeft en is aangesloten op een
ander kopieerapparaat van hetzelfde model door middel van een tandem-aansluitkabel zodat de
tandemkopieerfunctie kan worden gebruikt, kan tevens de tandemafdrukken-functie worden
gebruikt. Om meerdere sets af te drukken, kunnen de twee printers tegelijkertijd worden gebruikt
waardoor het afdrukken tweemaal zo snel wordt uitgevoerd in vergelijking met het afdrukken op
één printer.
Om tandemafdrukken uit te voeren, schakelt u deze functie in op het instelscherm van de
printerdriver (Geavanceerd tabblad onder Windows of Afdrukinstellingen onder het Macintosh
besturingssysteem (bladzijde 27)).
Als de printers zijn uitgerust met los verkrijgbare accessoires, moeten de twee printers zijn uitgerust
met dezelfde los verkrijgbare accessoires. Een specifieke tandem-aansluitkabel (AR-CA1) is
noodzakelijk voor tandemafdrukken.
De papierinvoerbron-instelling in de printerdriver moet 'Automatische keuze' zijn.
Eerste pagina anders, transparant-insteekvellen, en vertrouwelijk afdrukken zijn niet mogelijk.
OPMERKINGEN
Key-operator-programma-instellingen voor tandemafdrukken
De key-operator-programma's (bladzijde 40) kunnen op de hoofdprinter en op de subprinter worden
ingesteld. Afhankelijk van het key-operator-programma is het echter mogelijk dat de instellingen op
de hoofdprinter voorrang hebben of dat de instellingen alleen op de hoofdprinter werken.
1. Van de volgende key-operator-programma's hebben de instellingen op het hoofd-kopieerapparaat
voorrang:
Printerbelichtingsniveau, Uitvoermethode bij vol geheugen en Automatische lade-omschakeling niet
toestaan.
2. De volgende key-operator-programma's werken alleen op de hoofdprinter:
Afdrukken notitiepagina uitschakelen (Zelfs als het afdrukken van een notitiepagina is ingeschakeld,
zullen geen notitiepagina's op de subprinter worden afgedrukt.)
Gedraaide uitvoer uitschakelen (Zelfs als gedraaide uitvoer is ingeschakeld, zal gedraaide uitvoer
niet op de subprinter worden uitgevoerd.)
Van andere key-operator-programma's dan hierboven zijn genoemd mogen de instellingen op de
hoofdprinter en de subprinter verschillend zijn, zelfs wanneer tandemafdrukken in werking is.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
Als de printers zijn aangesloten op een netwerk, moet de afdrukdata voor het tandemafdrukken naar de
hoofdprinter worden verstuurd. Als de afdrukdata voor het tandemafdrukken naar de subprinter worden
verstuurd, zal de data worden afgedrukt en uitgevoerd zonder gebruik te maken van tandemafdrukken.
Voor het tandemafdrukken moeten de bedieningsinstellingen van de twee kopieerapparaten/printers
hetzelfde zijn. Voor verdere informatie over deze instellingen, leest u het gedeelte over Tandem-kopiëren in
de gebruiksaanwijzing van het kopieerapparaat.
Om het tandemafdrukken te annuleren nadat dit reeds is begonnen, drukt u op de "OFF-LINE" toets op de
hoofdprinter. Vervolgens drukt u op de WIS toets op de hoofdprinter.
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave