10
Instellingen
10.6
Uitzetsnelheid voor de verstelling van de werkbreedte/zwadbreedte
KSG000-032
Het eruit draaien van de kartelschroef(4) bewerkstelligt een verhoging van de oliestroom en
zodoende een snellere daling van de overeenkomstige hark.
Neerlaatsnelheid van de beide harken – reductieklep (1)
De inbusbout (3) losdraaien.
De kartelschroef (4) erin of eruit draaien.
De inbusbout (3) vastdraaien.
De neerlaatsnelheid van de hark controleren.
10.6
Uitzetsnelheid voor de verstelling van de werkbreedte/zwadbreedte
Met de instelbare reductiekleppen kunnen de uitzetsnelheden van de dwarsarmen worden
ingesteld.
Vanwege verschillende trekkertypes en oliedrukwaarden kan bijstelling met de reductiekleppen
nodig zijn.
De kleinste verstellingen aan de stiftschroeven van de reductiekleppen bewerkstelligen een
grote verandering van de uitzetsnelheid voor de verstelling van de werkbreedte/zwadbreedte.
KS000-150
Door de stiftschroef (2) erin te draaien wordt de oliestroom gereduceerd en zodoende een
langzamere uitzetsnelheid van de verstelling van de werkbreedte/zwadbreedte bereikt.
Uitzetsnelheid van de beide dwarsarmen – reductieklep (3)
De zeskantmoeren (1) losmaken.
De stiftschroef (2) erin- of eruit draaien.
De zeskantmoeren (1) vastdraaien.
De uitzetsnelheid van de dwarsarmen controleren.
80
4
3
1
Swadro TC 930
Originele handleiding 150000700_05_nl