Problemen oplossen
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op het
display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
Basishandelingen
Controleer eerst de volgende zaken:
•
De stand van de schakelaar .
•
Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.
•
De aardlekschakelaar van de woning.
Lage warmtapwatertemperatuur of gebrek
aan warmtapwater
•
Gesloten of gesmoorde extern gemonteerde vulklep voor
het warmtapwater.
–
Open de afsluiter.
•
Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
–
Stel de mengklep af.
•
VVM 500 in onjuiste bedrijfsstand.
–
Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selec-
teert u een hogere waarde voor "stop bijverwarming" in
menu 4.9.2.
–
Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert
u "addition".
–
Warmtapwater wordt geproduceerd met de VVM 500 in
de modus "handmatig". Als er geen lucht/water-warm-
tepomp is, moet "addition" worden geactiveerd.
•
Groot warmtapwaterverbruik.
–
Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U kunt
een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit (tijdelijk
in luxe) activeren in menu 2.1.
•
Te lage warmtapwaterinstelling.
–
Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmodus.
•
Beperkte toegang warmtapwater met de "Smart Control"-
functie actief.
–
Als het gebruik van warmtapwater laag is geweest, zal
er minder warm water worden geproduceerd dan nor-
maal. Start het product opnieuw op.
•
Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwater.
–
Neem contact op met uw installateur!
•
"Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
–
Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
Lage kamertemperatuur
•
Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
–
Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
maximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu 1.1 in
plaats van de thermostaten te smoren.
Zie "Bespaartip" voor nadere informatie over hoe u de
thermostaten het best kunt instellen.
•
VVM 500 in onjuiste bedrijfsstand.
38
Hoofdstuk 4 | Storingen in comfort
–
Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selec-
teert u een hogere waarde voor "stop verwarming" in
menu 4.9.2.
–
Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert
u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert u "addi-
tion".
•
Te lage instelwaarde op de automatische verwarmingsre-
geling.
–
Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de verschui-
ving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen
laag is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn in
menu 1.9.1 "stooklijn naar boven toe worden bijgesteld.
•
Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
–
Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de verwar-
ming prioriteit moet krijgen. Let op: als de periode voor
verwarming wordt verhoogd, wordt de tijd voor warm-
tapwaterproductie verlaagd, waardoor de hoeveelheid
warmtapwater kleiner kan worden.
•
"Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
–
Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
•
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde
kamertemperatuur.
–
Controleer alle externe schakelaars.
•
Lucht in het afgiftesysteem.
–
Ontlucht het afgiftesysteem.
•
Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem of warmte-
pomp.
–
Open de kleppen (neem contact op met uw installateur
voor hulp bij het lokaliseren ervan).
Hoge kamertemperatuur
•
Te hoge instelwaarde op de automatische verwarmingsre-
geling.
–
Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschuiving
van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen
hoog is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn
in menu 1.9.1 "stooklijn naar beneden toe worden afge-
steld.
•
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde
kamertemperatuur.
–
Controleer alle externe schakelaars.
Lage systeemdruk
•
Niet genoeg water in het afgiftesysteem.
–
Vul het klimaatsysteem met water en controleer op
lekkage. Neem bij herhaaldelijk bijvullen contact op met
de installateur.
NIBE VVM 500