TIP
Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat
de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De
regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde
stoptijd.
Het programma start altijd op de datum waarvoor
de starttijd is ingesteld.
MENU 1.3.3 - VENTILATIE (BENODIGDE ACCES-
SOIRE)
Hier kunt u verhogingen of verlagingen in de ventilatie van
de woning plannen, tot wel twee perioden per dag.
Ingeschakeld
VENTILATIE PROGRAMMEREN 1.3.3
schema 1
schema 2
geactiveerd
alle
maa
dins
wo
don
21:30 -
vri
06:00
zat
zon
Dag
Periode
Programmering: Hier selecteert u het te wijzigen programma.
Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor de gese-
lecteerde periode. Ingestelde tijden worden niet beïnvloed
door een deactivering.
Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week de pro-
grammering van toepassing is. Om het programma voor een
bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor die dag wor-
den gereset door de starttijd en stoptijd hetzelfde in te
stellen. Indien de regel "alle" wordt gebruikt, worden alle
dagen van de periode ingesteld volgens deze regel.
Periode: U kunt hier de start- en stoptijd voor de geselecteer-
de dag van het programma selecteren.
Afstelling: U kunt hier de gewenste ventilatorsnelheid instel-
len.
Conflict: Als er twee instellingen strijdig zijn, wordt er een
rood uitroepteken weergegeven.
TIP
Als u voor elke dag van de week hetzelfde program-
ma wilt instellen, vult u eerst "alle" in en wijzigt u
daarna de gewenste dagen.
NIBE VVM 500
programmering
snelheid 3
Afstellen
Conflict
TIP
Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat
de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De
regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde
stoptijd.
Het programma start altijd op de datum waarvoor
de starttijd is ingesteld.
LET OP!
Een aanzienlijke wijziging (verlaging) gedurende
een langere periode kan een slecht binnenklimaat
en een slechter rendement tot gevolg hebben.
MENU 1.9 - GEAVANCEERD
Menu
geavanceerd
heeft oranje tekst en
is bedoeld voor gevor-
derde gebruikers. Dit
menu heeft meerdere
submenu's.
curve
Helling verwar-
mings- en koelcurve
instellen.
externe instelling
Stooklijnverschuiving instellen met extern
contact aangesloten.
min. aanvoer temp.
Minimum toegestane aanvoertempera-
tuur instellen.
instellingen ruimtesensor
instellingen koeling
Instellingen voor koeling.
terugsteltijd ventilator
Instellingen voor de terugsteltijd
van de ventilator in het geval van tijdelijke wijzigingen in de
ventilatiesnelheid.
eigen stooklijn
Eigen verwarmings- en koelcurve instellen.
verschuiving punt
Verschuiving verwarmings- of koelcurve
bij een bepaalde buitentemperatuur instellen.
nachtkoeling
Nachtkoelfunctie instellen.
+Adjust
Mate van invloed dat +Adjust heeft op de bereken-
de aanvoertemperatuur voor de vloerverwarming instellen.
Hoe hoger de waarde, hoe groter de invloed.
Hoofdstuk 3 | VVM 500 – tot uw dienst
geavanceerd 1.9
stooklijn
externe instelling
min. aanvoer temp.
instellingen ruimtesensor
instellingen koeling
terugsteltijd ventilator
Instellingen voor de ruimtesensor.
17