het klimaatsysteem. Dit betekent dat de VVM 500 nooit een
lagere temperatuur berekent dan de hier ingestelde tempe-
ratuur.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling af-
zonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
TIP
De waarde kan worden verhoogd als u, bijvoor-
beeld, een kelder hebt die u altijd wilt verwarmen,
zelfs in de zomer.
U moet mogelijk ook de waarde in "stop verwar-
ming" menu 4.9.2 "instelling modus auto" verho-
gen.
MENU 1.9.4 - INSTELLINGEN RUIMTESENSOR
factor
systeem
controlekamer sensorsyst.
verwarming
factor verwarming 1
Instelbereik: 0,0 -
koelfactor systeem 1
6,0
controlekamer sensorsyst. 2
Fabrieksinstelling
controlekamer sensorsyst. 3
verwarming: 1,0
controlekamer sensorsyst. 4
koeling
(benodigde accessoire)
Instelbereik: 0,0 - 6,0
Fabrieksinstelling koeling: 1,0
Ruimtevoelers voor het regelen van de kamertemperatuur
kunnen hier worden geactiveerd.
LET OP!
Een langzaam verwarmingssysteem, zoals bijvoor-
beeld een vloerverwarming, is mogelijk niet ge-
schikt voor regeling met behulp van de ruimtesen-
soren van de installatie.
Hier kunt u een factor instellen (een numerieke waarde), die
bepaalt in welke mate een over- of subnormale temperatuur
(het verschil tussen de gewenste en de huidige kamertem-
peratuur) in de ruimte van invloed is op de aanvoertempera-
tuur naar het afgiftesysteem. Een hogere waarde levert een
grotere en snellere verandering van de stooklijnverschuiving
op.
Voorzichtig!
Een te hoog ingestelde waarde voor "factorsys-
teem" kan (afhankelijk van uw afgiftesysteem) re-
sulteren in een instabiele kamertemperatuur.
Indien er meerdere afgiftesystemen geïnstalleerd zijn, kun-
nen de bovengenoemde instellingen worden verricht voor
de betreffende systemen.
20
Hoofdstuk 3 | VVM 500 – tot uw dienst
instellingen ruimtesensor 1.9.4
MENU 1.9.5 - INSTELLINGEN KOELING (ACCES-
SOIRE VEREIST)
delta op +20
°C
Instelbereik: 3 - 10
gebruik ruimtesensor
°C
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Standaardwaarde:
verw. bij ondertemp. kamer
3
koeling bij overtemp. kamer
delta op +40
℃
Instelbereik: 3 - 10
°C
Standaardwaarde: 6
koel/verw-sensor
Fabrieksinstelling: geen sensor geselecteerd
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Instelbereik: 5 - 40 °C
Standaardwaarde: 21
verw. bij ondertemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
koeling bij overtemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
larm rumsgivare kyla
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
actieve koeling starten
Instelbereik: 10 – 300
Standaardwaarde: 0
graden minuten koeling
Instelbereik: -3000 – 3000 graadminuten koeling
Fabrieksinstelling: 0
tijd t. schakelen warm/koel (Weergegeven
als koeling in systeem met 2 leidingen is
geactiveerd)
Instelbereik: 0 – 48 u
Fabrieksinstelling: 2
koeling 1.9.5
°C
°C
°C
NIBE VVM 500