Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
- Voer geen handelingen uit die elektrische vonken veroorzaken (zoals het uittrekken van
een elektrische stekker of het bedienen van een elektrische schakelaar of zoemer).
- Als u de oorzaak van de gaslucht niet kunt vinden en alle gaskranen zijn gesloten, neem
dan direct contact op met het verantwoordelijke gasbedrijf.
Als er nog andere personen worden geïnstrueerd om het apparaat te bedienen, moeten
zij beslist op de hoogte zijn van deze voorzorgsmaatregelen.
Plaats van opstelling
Plaats gasverwarmde drogers niet in één ruimte met reinigingsautomaten waarin oplos-
middelen worden gebruikt die PER of CFK's bevatten. Vrijkomende dampen kunnen bij
verbranding in zoutzuur worden omgezet, waardoor aanzienlijke schade aan het wasgoed
en apparaat kan ontstaan. Bij opstelling in gescheiden ruimtes mag er geen luchtuitwisse-
ling plaatsvinden.
Ruimten waarin verbrandingssystemen zijn opgesteld, moeten voldoende worden geventi-
leerd. Elk gasverwarmd apparaat moet worden gezien als een verbrandingssysteem (onaf-
hankelijk van de gasstroom).
Bij het ondergronds opstellen van met vloeibaar gas verwarmde apparaten moet de exploi-
tant van de installatie zorgen voor de noodzakelijke voorzieningen voor beluchting en ge-
dwongen ontluchting conform de "Technische regels voor vloeibaar gas" (TRF).
De ventilatie in een ruimte is in orde als er geen onderdruk ontstaat wanneer alle verbran-
dingssystemen voluit branden, ook als de verbrandingsgassen mechanisch worden afge-
zogen. Hierdoor is gewaarborgd dat er een probleemloze verbranding van het gas en een
volledige afvoer van de verbrandingsgassen plaatsvindt.
De be- en ontluchtingsopeningen mogen niet afsluitbaar zijn.
Voordat de werkzaamheden bij ingebruikneming, onderhoud, ombouw en reparatie
worden afgesloten, moeten alle gasvoerende onderdelen, van de met de hand dicht te
draaien kraan tot en met de inspuiter van de brander, worden gecontroleerd op lekkage.
Er moet vooral worden gelet op de meetaansluitingen op de gasklep. De controle moet
bij een ingeschakelde en bij een uitgeschakelde brander worden uitgevoerd.
Verantwoord gebruik
De droger is bedoeld voor professioneel gebruikt.
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van textiel dat in water is gewassen
en dat volgens het wasetiket geschikt is voor droogautomaten. Ieder ander gebruik kan
gevaarlijk zijn. Miele is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander
gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Deze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
De droger mag niet op niet-stationaire locaties (zoals schepen) worden gebruikt.
Plaats de droger niet in een vorstgevoelige ruimte. Temperaturen rondom het vriespunt
hebben al een nadelig effect op de werking van de droger. De temperatuur in de ruimte
mag liggen tussen 2 °C en 40 °C.
8