Ligging van de vaste punten
Een vastpuntbeugel dient minimaal
geplaatst te worden aan de breedste zijde
van ieder verloopstuk. Als een T-stuk ligt
bij een verloopstuk, kunnen de vastpunt-
beugels onmiddellijk naast het T-stuk
geplaatst worden.
Vastpuntbeugels eveneens direct vóór en
na een richtingwijziging plaatsen, bv. bij
een bocht en bij iedere onderbreking
van de rails. De maximale afstand tussen
twee vastpuntbeugels mag niet groter zijn
dan 10 meter.
De vastpuntbeugels dienen
geplaatst te worden binnen een maximum
afstand van 0,3m van een ophangelement.
VP
VP
Afbeelding 75
Plaatsing van een vastpunt juist voor en
achter een bocht (bovenaanzicht).
Afbeelding 76 Vastpunt binnen 0,3m
van een ophangelement.
GB
GB
Afbeelding 82 Ligging van de vastpuntbeugels in de horizontale verzamelleiding
26
30
www.wavin.be
De onderstaande foto's tonen de installatie
van een glijbeugel.
1. Bevestig de glijbeugel op de rail en plaats
de leiding.
Afbeelding 77 De beugel op de juiste
plaats op de rail klikken (zie tabel beugel-
afstanden)
Afbeelding 78 Leg de leiding in de nog
geopende beugel. De leiding kan er niet
uitvallen
VP
GB
GB
GB
VP
Installatie handleiding
Bevestiging van het Wavin QuickStream PE systeem
GB
VP
GB
GB
zie tabel 5. beugelafstanden
2. De schroeven vastdraaien
Afbeelding 79 Het voorstuk van de beugel in de
haak klikken en de onderste schroef vastdraaien
Afbeelding 80 De bovenste schroef vastdraaien
Afbeelding 81 Installatie voltooid.
GB
GB
VP
GB