7 Bevestiging van het Wavin QuickStream PE systeem
7.1 Horizontale collectorleiding
bevestigen
In PE hemelwaterafvoersystemen in onder-
druk
worden thermische axiale
bewegingen in starre ophangsystemen
meestal geabsorbeerd met behulp van
van gegalvaniseerde stalen rails.
De voordelen zijn het installatiegemak en
geen onverwachte verplaatsingen. De
thermisch geïnduceerde axiale belastingen
worden volledig geabsorbeerd door het
ophang- en beugelsysteem. Na de
installatie van de ophangrails, kunnen
de leidingsegmenten eenvoudig in de
beugels geplaatst worden. In de beugels
kan een inlage geplaatst worden voor een
sterke en kostenefficiënte bevestiging van
de leidingen om axiale verplaatsing tegen
te gaan.
Alle Wavin QuickStream beugels zijn
ontworpen voor het snel en eenvoudig
plaatsen van leidingsegmenten.
Zie afb. 65-81.
Installatie van de stalen rails
Het Wavin QuickStream systeem omvat
drie types ophangrails:
1. Wavin QuickStream rail 30 x 30 mm
voor leidingen 40 – 160 mm
2. Wavin QuickStream rail 30 x 45 mm
voor leidingen 200 – 250 mm
3. Wavin QuickStream rail 41 x 62 mm
voor leidingen diameter 315 mm
Bijzondere aandacht dient uit te gaan
naar de volgende 5 punten:
1. Wavin railverbinders
De ophangrails moeten op elkaar aan-
gesloten worden met de speciale Wavin
Buis diameter [mm]
Gewicht/m [kg/m]
Tabel 4 Gewicht van de leiding inclusief ophanging en volledig gevuld met water
26
28
www.wavin.b
QuickStream railverbinders die thermisch
leiding
geïnduceerde axiale belastingen van de
ene op de andere rail kunnen overbrengen.
De railverbinders voor de rail 30 x 45 mm
kunnen eveneens gebruikt worden om een
30 x 30 mm rail aan te sluiten op een
30 x 45 mm rail.
Het is niet mogelijk om een verbinding
te maken tussen een 30 x 45 mm rail en
een 41 x 62 mm rail, of tussen een 30 x
30 mm rail en een 41 x 62 mm rail. Indien
het niet mogelijk is om een railverbinder
te gebruiken dan moeten de uiterste beugels
op iedere rail van het vaste type zijn. Dit
is enkel het geval in bochten en bij een
verandering van diameter tussen leidingen
van 315 mm en 250 mm.
2. De onderkant van alle railtypes op
hetzelfde niveau installeren.
De onderkant van de verschillende rail-
types steeds installeren op hetzelfde
niveau. Bijzondere aandacht dient uit te
gaan naar de hoogte van de rail als de
installatie van de rail begint op de opwaartse
zijde van de horizontale collectorleiding
en indien de leidinggrootte aan de afwaartse
zijde van de horizontale collectorleiding
groter is dan 160 mm. In deze situatie
dient de 30 x 30 rail 15 of 30 mm lager
lager geïnstalleerd te worden om een
aansluiting op een 30 x 45 of een 41 x
62 mm rail mogelijk te maken. Als de rail
bovenaan bijvoorbeeld wordt bevestigd
op stalen balken, kan een 30 x 15 of een
30 x 30 rail bevestigd worden tussen de
30 x 30 rail en de stalen balk om de hoogte
van de 30 x 30 rail aan te passen aan de
hoogte van de 30 x 45 of 41 x 62 mm rail.
40
50
56
63
3.4
4.2
4.7
5.4
Installatie handleiding
Bevestiging van het Wavin QuickStream PE systeem
30 x 45 en 41 x 62 dienen aan de dakconstructie
75
90
110
125
6.7
8.8
12.1
15.0
3. Maximale tussenafstanden van de
ophangelementen.
Alle Wavin QuickStream railtypes 30 x 30,
opgehangen te worden met een maximale
tussenafstand van 2 meter tussen de ophang-
elementen, rekening houdend met het gewicht
van een volledig gevulde leiding, het gewicht
van de ophangrail en de maximale belasting
van de dakconstructie.
4. Verankeren van de stalen rails.
Alle rails kunnen relatief eenvoudig met
draadstangen aan het dak bevestigd worden.
De lengte van de draadstangen is niet van
belang aangezien deze enkel het gewicht van
de leiding, leidingklemmen en railconstructie
dragen. Wavin adviseert om de stalen rails om
de 12 meter te verankeren aan het dak en bij
iedere richtingwijziging. De ankers dienen op
de muur structuur te worden bevestigd of
lateraal op de rails en op ongeveer 45º van het
dak bevestigd te worden.
5. Controleer de gewichtsbeperkingen
voor de bevestiging aan de (dak)constructie.
Er dient te worden nagegaan of de dak-
constructie voldoende sterk is om de volledige
leidingconstructie te dragen. Het totale gewicht
per meter van een volledig gevulde leiding en
het ophangsysteem zijn terug te vinden in
tabel 4. Als het railsysteem om de 2 meter
wordt opgehangen dan zal de ontwerpsterkte van
ieder ophangpunt aan het dak minimaal 2 keer
het totale gewicht / m moeten zijn volgens tabel 4.
160
200
250
23.3
35.8
54.6
315
86.9