Routering
Wanneer u Afspelen met één druk op
de knop uitvoert via de aangesloten
apparatuur, wordt het systeem
ingeschakeld en wordt de
systeemfunctie ingesteld op "HDMI1" of
"HDMI2" (afhankelijk van de gebruikte
HDMI-aansluiting). De ingang van uw tv
wordt automatisch ingesteld op de
HDMI-ingang waarmee het systeem
is verbonden.
De gewenste
luidsprekerinstellingen
automatisch kalibreren
[Autokalibratie]
(alleen BDV-N9200W/
BDV-N9200WL/BDV-N7200W/
BDV-N7200WL)
D.C.A.C. DX (Digital Cinema Auto
Calibration DX) past automatisch de
instellingen voor de afstand, locatie
en akoestiek van de luidsprekers aan en
zorgt voor een ideale geluidservaring.
Opmerking
• Het systeem geeft een luid testgeluid
weer wanneer [Autokalibratie] wordt
gestart. U kunt het volume niet lager
zetten. Houd rekening met kinderen
en buren.
• Voordat u [Autokalibratie] uitvoert,
moet u controleren of
– alle luidsprekers zijn aangesloten
op het hoofdapparaat en de
surroundversterker.
– de surroundversterker is ingeschakeld
en op een geschikte plaats is
geïnstalleerd, om te zorgen dat
een draadloze verbinding met de
surroundversterker tot stand kan
worden gebracht.
1
Druk op HOME.
Het startmenu verschijnt op het
tv-scherm.
2
Druk op B/b om
te selecteren.
3
Druk op V/v om [Audio-
instellingen] te selecteren en druk
daarna op
.
4
Druk op V/v om [Autokalibratie]
te selecteren en druk daarna
op
.
Het scherm [Selecteer
luidsprekeropstelling.] verschijnt.
5
Druk op V/v om instellingen te
selecteren die overeenkomen met
de opstelling van uw luidsprekers
en druk daarna op
• [Standaard]: de
surroundluidsprekers worden in
de achterste positie opgesteld.
• [Alles vóór]: alle luidsprekers
worden in de voorste positie
opgesteld.
Het bevestigingsscherm voor
[Autokalibratie] verschijnt.
6
Sluit de kalibratiemicrofoon aan
op de A.CAL MIC-aansluiting op
het achterpaneel.
Plaats de kalibratiemicrofoon
op oorhoogte met bijvoorbeeld
een statief (niet meegeleverd).
De kalibratiemicrofoon dient op
het tv-scherm te worden gericht.
De voorzijde van elke luidspreker
moet naar de kalibratiemicrofoon
gericht zijn en er mogen zich
geen obstakels bevinden
tussen de luidsprekers en
de kalibratiemicrofoon.
[Instellen]
.
51
NL