REMKO DZH
Reiniging en onderhoud
Een regelmatig onderhoud
en het opvolgen van enkele
basisvoorwaarden garandeert een
storingsvrij bedrijf en een lange
levensduur van het apparaat.
Na elke verwarmingsperiode of
afhankelijk van de toepassings-
voorwaarden ook eerder, moet
het volledige apparaat inclusief de
verbrandingskamer en brander van
roetafzetting worden gereinigd
van stof en vuil.
LET OP
!
Voor alle werkzaamheden aan
het apparaat moet de net-
stekker uit dhet stopcontact
zijn getrokken. Met name bij
geopende apparaatbekleding
bestaat acuut gevaar voor
letsel door de automatisch
ingeschakelde ventilator.
De apparaten moeten vrij van
■
stof en andere afzettingen
worden gehouden.
De apparaten mogen
■
uitsluitend droog of met
een vochtige doek worden
gereinigd.
Geen directe waterstralen
■
gebruiken.
bijv. hogedrukreiniger, etc.
Geen bijtende of oplosmiddelen
■
bevattende reinigingsmiddelen
gebruiken.
Ook bij sterke verontreinigingen
■
alleen geschikte
reinigingsmiddelen gebruiken.
Regelmatig de brandstoftanks
■
reinigen en vervolgens met
schone brandstof of andere
geschikte middelen uitspoelen.
Geen water gebruiken!
8
Branderbuis, ophopingsschijf,
■
fotocel, etc. altijd
schoonhouden.
Slijtagedelen zoals oliesproeiers,
■
afdichtingen, etc. controleren
en deze evt. vervangen.
Wij raden aan om de olie-
sproeiers in elk geval voor het
begin van de verwarmingsperi-
ode te vervangen!
Regelmatig het tankfilter in
■
de vulaansluitingen van de
brandstoftank reinigen.
Het brandstoffilter, afhankelijk
■
van de staat, echter uiterlijk
voor aanvang van elk
stookseizoen, vervangen.
Stroomrichting in acht nemen!
Uitsluitend schone stookolie EL
■
resp. dieselbrandstof gebruiken.
Paraffinevorming in acht nemen!
Het vervangen van de oliesproei-
■
er en de reiniging resp. vervan-
ging van het gaasfilter in de
brandstofpomp (alleen bij DZH
90-2) altijd aan het geautoriseerd
vakpersoneel overlaten.
Alle veiligheidsinrichtingen
■
regelmatig op correcte werking
controleren.
Bij verminderd warmtevermogen,
■
rookvorming en/of slechtere
ontsteking moet er een correcte
apparaatinspectie met branderin-
stelling worden uitgevoerd.
Neem de regelmatige
■
onderhouds- en
verzorgingsintervallen in acht.
LET OP
!
Na alle werkzaamheden aan het
apparaat moet een elektrische
veiligheidscontrole volgens VDE
0701 worden uitgevoerd.
Instelwaarde van ontstekingselek-
trode en luchtschuifregelaar
Instelling van de ontstekingselektroden
2 - 3
7
Alle afmetingen zijn in mm.
Instelling van de luchtschuifregelaar
Branderbuis
Luchtschuifregelaar
B
Maat B:
DZH 20-2 = ca. 20 mm
DZH 30-2 = ca. 12 mm
DZH 50-2 = ca. 20 mm
DZH 90-2 = ca. 13 mm
Alle maatgegevens zijn alleen
richtwaarden.
AANWIJZING
De uitlaatgaswaarden moeten
door geautoriseerd vakperso-
neel gecontroleerd en inge-
steld worden.
De vlam moet binnen de
brandkamer uitbranden. Er
mag geen vlamuittreding bui-
ten de brandkamer optreden.
AANWIJZING
Instellings- en
onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door
geautoriseerd vakpersoneel
worden uitgevoerd!
7