Normaal papier plaatsen
Richtlijnen voor het gebruik van normaal papier:
■
Bewaar papier op een vlakke ondergrond in de oorspronkelijke verpakking tot het in
het apparaat wordt geplaatst.
■
Gebruik papier dat geschikt is voor laserprinters, zoals standaard of gerecycled
kantoorpapier.
■
Bewaar papier in een ruimte met een luchtvochtigheid tussen de 35 en 85%.
De volgende media mogen niet worden gebruikt:
■
Media die gecoat zijn met een bewerkt oppervlak (zoals carbonpapier, digitaal
glanzend gecoat papier en gekleurd papier dat een behandeling heeft ondergaan).
■
Media die het gebruik van carbonpapier ondersteunen
■
Opstrijkbaar transferpapier (zoals warmtegevoelig papier, papier dat met hitte en druk
wordt verwarmd en transferpapier dat met hitte en druk wordt verwarmd)
Koud water-transferpapier
■
■
Drukgevoelig papier
Papier dat speciaal bedoeld is voor inkjetprinters (zoals superfijn papier, glanzende
■
film en briefkaarten)
■
Papier dat al op een andere printer of een ander kopieerapparaat of faxapparaat
bedrukt is
■
Stoffig, nat en vochtig papier
Gelaagd papier
■
■
Zelfklevend papier
Papier dat is gevouwen, gekruld, gekreukeld, voorzien van reliëf, kromgetrokken
■
■
Papier dat te glad of te ruw is of te veel structuur heeft
Te dik of te dun papier
■
■
Papier met een laag folie of verguldsel, te helder papier of papier dat te veel glanst
Hittegevoelig papier of papier dat niet bestand is tegen de temperatuur van de fuser
■
o
(180
C [356
■
Onregelmatig gevormd papier (niet rechthoekig of niet in rechte hoeken afgesneden)
■
Papier dat is bevestigd met lijm, plakband, paperclips, nietjes, linten, haken of knopen
Papier met hoog zuurgehalte
■
■
Geen enkel medium dat niet door dit product wordt ondersteund
o
F])
Phaser® 6115MFP multifunctioneel apparaat
6-6
Media plaatsen