Menu Instellingen voor faxcommunicatie
Gebruik het menu Instellingen voor faxcommunicatie om de standaardinstellingen voor
faxcommunicatie in uw land of omgeving in te stellen.
Menu-item
1: Type Telefnlijn
2: Volume Lijnmon.
3: PSTN/PBX
Menu Faxrapporten
Gebruik het menu Faxrapporten om in te stellen wanneer en hoe faxrapporten moeten worden
afgedrukt.
Menu-item
1: Activiteitsrapp.
2: Rpprt Verzenden
3: Rpprt Ontvangen
Beschrijving
Stelt de telefoonlijn van het apparaat voor uw land in op
Puls
.
Opmerking:
Als het
Gebruikersinstellingen is ingesteld op VS, kan dit hier niet worden
gewijzigd.
Stelt het volume voor het verzendingssignaal in op
Uit
.
Geeft aan of de aangesloten telefoonbekabeling een openbaar
geschakeld telefoonnetwerk (PSTN) of een telefooncentrale (PBX)
is.
In het geval van een PBX-systeem, kan het voorloopcijfer of het
toestelnummer ook worden opgegeven.
Beschrijving
Hiermee stelt u in dat er een faxverzendings-/faxontvangstrapport
moet worden afgedrukt.
AAN
: er wordt een rapport afgedrukt nadat er 60 faxberichten zijn
verzonden en ontvangen.
UIT
: er wordt geen rapport afgedrukt, tenzij de gebruiker hierom
vraagt.
Hiermee stelt u in dat er een faxverzendingsrapport moet worden
afgedrukt.
AAN
: er wordt na elke verzending een rapport afgedrukt.
AAN (FOUT)
: er wordt na het verzenden van een fax alleen een
rapport afgedrukt, als er een fout is opgetreden.
UIT
: er wordt geen rapport afgedrukt, ook niet als er een fout is
opgetreden.
Hiermee stelt u in dat er een faxontvangstrapport moet worden
afgedrukt.
AAN
: er wordt na elke ontvangst een rapport afgedrukt.
AAN (FOUT)
: er wordt na het ontvangen van een fax alleen een
rapport afgedrukt, als er een fout is opgetreden.
UIT
: er wordt geen rapport afgedrukt, ook niet als er een fout is
opgetreden.
Phaser® 6115MFP multifunctioneel apparaat
Type Telefnlijn
in het menu
9-7
Faxfuncties beheren
Toon
of
Hoog
Laag
,
of