B Padtype
Gebruik deze parameter om een padtype in te stellen voor de
pad(s), aangegeven met 1. Hieronder vindt u de beschikbare
opties. Deze zijn afhankelijk van het feit of u een of meer
ingebouwde pads (d.w.z. UP, MID, LOW of 01 t/m 12) of
een van de externe pads (d.w.z. 13 t/m 17) hebt geselecteerd
met 1 hierboven.
Voor ingebouwde pads
StickDyna, StickNorm, StickNarrow,
HandDyna, HandNorm of Hand
Voor externe pads
KP125, KP65, TP120/100Sn, TP120/100Tm,
TP65S Snare, TP65S Tom, TP65S HiHat,
Instellingen
TP65, PCY155, PCY135, PCY150S,
PCY130SC, PCY130S/130, PCY65S/65,
RHH135, RHH130, DT Snare, DT HiTom,
DT LoTom, DT Kick, TRG Snare 1, TRG
Snare 2, TRG Snare 3, TRG HiTom 1, TRG
HiTom 2, TRG LoTom 1, TRG LoTom 2, TRG
Kick 1 of TRG Kick 2
C Invoerniveau-indicator
Visuele voorstelling van het invoerniveau voor de aangeslagen
pad(s).
Druk terwijl op de pagina Pad Type (TRG2-1) een pad en een
padtype is geselecteerd, op de knop [ENTER] om de vijf pagina's
met parameterinstellingen te openen (TRG2-1-1 t/m TRG2-1-5)
voor de triggerinstellingen van dat padtype. Gebruik de knoppen
[B]/[C] om tussen deze pagina's te navigeren.
OPMERKING
• Als u de padgroep UP, MID of LOW hebt geselecteerd, komen de
waarden die in eerste instantie voor elke parameterinstelling worden
weergegeven, overeen met die van respectievelijk Pad 4 en 10. In dat
geval hebben wijzigingen in een van deze parameters ook effect op
alle pads in de groep.
• De padindicator en invoerniveau-indicator in de bovenste tekstrij op de
vijf parameterpagina's (TRG2-1-1 t/m TRG2-1-5) komen overeen met
die op de pagina Pad Type (TRG2-1). Ze worden daarom verder niet
meer beschreven.
• Als een van de ingebouwde pads is ingesteld op 'HandDyna',
'HandNorm' of 'HandR', wordt het handje (
pagina Select Kit (KIT1).
Pagina Input Gain
TRG2-1-1
TRG2-1-1≥-MID-˛¸
≥≥≥≥Gain=30
1 Versterking
Gebruik deze parameter om het versterkingsniveau
(de versterking) in te stellen die wordt toegepast op het
invoersignaal van de geselecteerde pad(s) voordat dit naar een
triggersignaal wordt geconverteerd. Bij een hoge instelling
worden alle invoersignalen boven een bepaald niveau versterkt
tot hetzelfde niveau (het maximumniveau). Dat betekent dat
variaties in de zachtheid of hardheid waarmee de pad wordt
aangesloten, kunnen vervlakken. Wanneer daarentegen een
lage instelling wordt gehanteerd, is het mogelijk dat de
zachtheid of hardheid van het spel in veel grotere mate worden
gereflecteerd in het uitgevoerde triggersignaal, waardoor
expressievere voordrachten mogelijk zijn.
Instellingen
0 t/m 63
TRG2-1-2
1 Snelheidscurve (VelCurve)
TRG2-1-3
1 Niveau
ˇÁ
) weergegeven op de
1
TRIGGER-instellingengebied (TRG)
Pagina Velocity Curve
TRG2-1-2≥-MID-˛¸
VelCurve=normal
Gebruik deze parameter om een snelheidscurve voor de
geselecteerde pad(s) te selecteren. Een snelheidscurve bepaalt
hoe de relatieve kracht van het spel het geproduceerde signaal
beïnvloedt. Bijvoorbeeld, bij de hieronder getoonde
snelheidscurve 'loud2', kunnen relatief harde geluiden
(dus hoge snelheden) worden geproduceerd terwijl toch
vrij zacht wordt gespeeld. De curve 'hard2' daarentegen
produceert alleen harde geluiden wanneer de desbetreffende
pad vrij hard wordt aangeslagen.
Instellingen
loud2, loud1, normal, hard1 of hard2
loud2
loud1
norm
Triggerinvoerniveau (d.w.z. kracht van het spel) →
Pagina Input Level Range
TRG2-1-3≥-MID-˛¸
Level=≥≥≥0%-100%
Gebruik deze parameter om het bereik van invoersignalen (als
een percentage) in te stellen, dat naar triggersignalen wordt
geconverteerd. Alle invoersignalen op of onder het
minimumniveau worden niet naar een triggersignaal
geconverteerd en produceren dus geen geluid. En
invoersignalen op of boven het maximumniveau genereren
triggersignalen met de maximumsnelheid die is ingesteld op
de pagina Velocity Range (TRG2-1-4).
Minimumniveau: 0% t/m 99%
Instellingen
Maximumniveau: 1% t/m 100%
1
hard1
hard2
1
101
Gebruikershandleiding