Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheid; Vereiste Kwalificatie Van Het Personeel; Algemene Veiligheidsinstructies; Vereisten Aan De Leidingen - Vaillant calorMATIC 470 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor calorMATIC 470:
Inhoudsopgave

Advertenties

2

Veiligheid

2.1

Vereiste kwalificatie van het personeel

De handleiding richt zich tot personen met de volgende kwa-
lificaties.
2.1.1
Erkend installateur
Installatie, montage en demontage, ingebruikname, onder-
houd, reparatie en buitenbedrijfstelling van Vaillant-produc-
ten en accessoires mogen alleen door geautoriseerde instal-
lateurs uitgevoerd worden.
Aanwijzing
Elke installateur is door zijn opleiding alleen voor
specifieke taken gekwalificeerd. Hij mag werk-
zaamheden aan toestellen alleen uitvoeren als hij
over de vereiste kwalificatie beschikt.
Bij hun werk moeten de installateurs alle desbetreffende
richtlijnen, normen, wetten en andere voorschriften in acht
nemen.
2.2

Algemene veiligheidsinstructies

2.2.1
Installatie alleen door installateur
Het toestel moet door een erkend installateur worden geïn-
stalleerd, die voor de naleving van de bestaande voorschrif-
ten, regels en richtlijnen verantwoordelijk is.
Neem deze installatiehandleiding volledig door.
Voer de werkzaamheden uit die in deze installatiehand-
leiding beschreven zijn.
Neem bij de installatie de volgende veiligheidsinstructies
en voorschriften in acht.
2.2.2
Levensgevaar door spanningsvoerende
aansluitingen
Bij werkzaamheden in de schakelkast van de CV-ketel be-
staat levensgevaar door een elektrische schok. Ook bij uit-
geschakelde aan/uit-schakelaar staat er nog spanning op de
netaansluitklemmen.
Voor u werkzaamheden in de schakelkast van de CV-
ketel uitvoert, schakelt u de hoofdschakelaar uit.
Verbreek de verbinding van de CV-ketel met het elektri-
citeitsnet door de stekker uit de wandcontactdoos te trek-
ken of de CV-ketel via een scheidingsinrichting met een
contactopening van ten minste 3 mm (b.v. zekeringen of
contactverbrekers) spanningsvrij te maken.
Controleer de CV-ketel op spanningsvrijheid.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw inschakelen.
Open de schakelkast alleen wanneer de CV-ketel niet
meer onder spanning staat.
2.2.3
Levensgevaar door verontreinigd
drinkwater
Ter bescherming tegen infecties met de ziekteverwekkers
legionellabacteriën is de thermostaat met de functie legionel-
0020116707_02 calorMATIC 470 Installatiehandleiding
labeveiliging uitgerust. Is de functie geactiveerd, wordt het
water in de boiler minstens een uur tot op 60 °C opgewarmd.
Stel de functie legionellabeveiliging bij de installatie van
de thermostaat in.
Leg aan de gebruiker uit hoe de legionellabeveiliging
functioneert.
2.2.4
Gevaar door verbrandingen met heet
drinkwater
Aan de tappunten voor warm water bestaat bij een gewenste
temperatuur van meer dan 60 °C verbrandingsgevaar. Kleine
kinderen en oudere mensen lopen zelfs bij lagere temperatu-
ren al risico's.
Kies een gepaste temperatuur.
Informeer de gebruiker over het verbrandingsgevaar als
de functie legionellabeveiliging ingeschakeld is.
2.2.5
Materiële schade door ongeschikte
opstellingsruimte
Als u de thermostaat in een vochtige ruimte installeert, dan
kan de elektronica door de vochtigheid beschadigd worden.
Installeer de thermostaat alleen in droge ruimtes.
2.2.6
Gevaar door slechte werking
Zorg ervoor dat de CV-installatie zich in een technisch
perfecte staat bevindt.
Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en bewakingsinrich-
tingen verwijderd, overbrugd of buiten werking gesteld
zijn.
Verhelp storingen en schade die de veiligheid belemme-
ren onmiddellijk.
Installeer de thermostaat zodanig dat hij niet door meu-
belen, gordijnen of andere voorwerpen afgedekt wordt.
Indien de thermostaat geactiveerd is, informeer dan de
gebruiker, dat in de kamer, waarin de thermostaat is aan-
gebracht, alle radiatorkranen volledig geopend moeten
zijn.
Gebruik de vrije klemmen van de toestellen niet als
steunklemmen voor verdere bekabeling.
Leg aansluitleidingen met 230 V en voeler- of busleidin-
gen vanaf een lengte van 10 m apart.
2.3

Vereisten aan de leidingen

Gebruik voor de bedrading normale in de handel verkrijg-
bare leidingen.
Minimale doorsnede
Aansluitleiding
230 V (pomp- of
mengeraansluitkabel)
Busleiding (laagspanning)
Voelerleiding (laagspanning)
Veiligheid 2
≥ 1,5 mm²
≥ 0,75 mm²
≥ 0,75 mm²
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vrc 470

Inhoudsopgave