4.
Kies de papierlade waarin u de transparanten hebt geplaatst in de vervolgkeuzelijst
Bron en klik op de lade die de transparanten bevat.
5.
Klik op de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
6.
Kies bij Papierformaat het formaat van het oorspronkelijke document.
7.
Klik op OK.
8.
Klik op Afdrukken in het dialoogvenster Afdrukken om het afdrukken te starten.
A
FDRUKKEN OP EEN AANGEPAST PAPIERFORMAAT
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u afdrukt op een aangepast papierformaat, zoals lang
papier.
U kunt de volgende papierformaten instellen op deze printer:
Lade 1
Lade 2 - 4
A
ANGEPAST PAPIER PLAATSEN
De manier om aangepast papier te plaatsen met de lange rand korter dan 356 mm in lade
1 tot en met 4 is gelijk aan het plaatsen van standaardpapier. Zie
(pag. 22)
voor details.
Als u lang papier in lade 1 wilt plaatsen, volgt u de onderstaande
procedure:
1.
Trek de papierlade helemaal uit.
OPMERKING
Trek het verlengstuk helemaal uit. Zie
details over de procedure voor verlengen van de papierlade.
2.
Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. Rol de onderkant
van het papier op zodat het niet van de lade valt.
3.
Duw de papierlade helemaal in de printer.
LANGE ZIJDE
127 – 900 mm
(5 – 35,4 inch)
148 – 356 mm
(5,8 – 14 inch)
Afdrukken > 18
/
LANG PAPIER
KORTE ZIJDE
76 - 216mm
(3 – 8,5 inch)
98 – 216 mm
(3,9 – 8,5 inch)
" Papier plaatsen" (pag. 22)
OPMERKINGEN
Als u papier wilt
plaatsen met een
lange rand die langer
dan 356 mm is,
plaatst u het papier
en laat u de rand over
de lade hangen.
" Papier plaatsen"
voor