D
E STATUS VAN DE PRINTERGEGEVENS CONTROLEREN
Controleren in Windows
Dubbelklik op het printerpictogram
scherm.
Controleer de kolom [Status] in het venster dat wordt weergegeven.
D
E CONFIGURATIE VAN OPTIONELE ACCESSOIRES EN PAPIERLADE
WEERGEVEN
Wanneer u deze printer gebruikt als netwerkprinter en het SNMP-protocol hebt
ingeschakeld, kunt u in het printerstuurprogramma de configuratie van het optionele
accessoire en de instellingen van het bedieningspaneel, zoals papiertype of -formaat,
weergeven. Deze instellingen worden weergegeven op het tabblad [Opties]. In deze
paragraaf wordt de procedure uitgelegd met Windows XP als voorbeeld.
Belangrijk:
>
Wanneer u de USB- of de parallelle verbinding met deze printer gebruikt, kunt u de
functie niet gebruiken. U moet de items in het printerstuurprogramma dan
handmatig instellen.
>
De informatie van de lade aan de achterkant kan niet worden verkregen. U moet het
item handmatig instellen.
>
De instellingen voor het papierformaat en het papiertype moet u tevoren op het
bedieningspaneel configureren. Zelfs als u de instellingen hier wijzigt, worden ze niet
doorgevoerd naar de printer.
OPMERKING
>
Wanneer u deze functie gebruikt, moet u de SNMP-poort inschakelen
(standaard: [Inschakelen]) op de printer met het bedieningspaneel.
>
In Windows NT 4. 0/Windows 2000/Windows 2003/Windows XP en
Windows Vista kunnen alleen gebruikers met administrator-rechten de
instellingen wijzigen. Gebruikers zonder administrator-rechten kunnen
alleen de inhoud controleren.
1.
Klik in het menu Start op Printers en faxapparaten en open de eigenschappen
van de printer die u wilt gebruiken.
2.
Klik op het tabblad Apparaatopties.
3.
Klik op Haal printerinstellingen op.
OPMERKING
U kunt de eigenschappen van de printer weergeven in het
printerstuurprogramma.
4.
Klik op OK. De inhoud van het tabblad Apparaatopties wordt bijgewerkt op basis
van de gegevens die van de printer worden verkregen.
op de taakbalk in de rechterbenedenhoek van het
De voeding in- en uitschakelen > 14
-
INSTELLINGEN