E
PCL-
EN
STUURPROGRAMMA GEBRUIKEN
Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt
het stuurprogrammavenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor dit document kunt
opgeven.
1.
Het papierformaat moet hetzelfde formaat hebben als het papierformaat van uw
document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en moet ook
hetzelfde formaat hebben als het papier dat in het MFP. is geladen.
2.
U kunt in de vervolgkeuzelijst de bron voor de papierinvoer kiezen, of u kunt op het
relevante deel van de schermafbeelding klikken om uw voorkeurslade te kiezen.
3.
De instelling voor het papiergewicht moet zijn afgestemd op het soort papier waarop
u wilt afdrukken.
4.
U kunt allerlei afwerkopties selecteren, bijvoorbeeld voor het afdrukken van één
pagina per vel of afdrukken van X op één (waarbij X een getal van 1 tot maximaal 16
kan zijn) voor het verkleind afdrukken van meer dan één pagina per vel. Als u
boekjes afdrukt, worden er twee pagina's per vel afgedrukt op elke zijde van het
papier, zodat het papier bij het vouwen een boekje vormt. Voor het afdrukken van
boekjes moet de duplexeenheid in het apparaat zijn geïnstalleerd.
5.
Als u dubbelzijdig afdrukt, kunt u de pagina over de lange zijde of over de korte zijde
omslaan. Hiervoor moet de duplexeenheid in het apparaat is geïnstalleerd.
6.
Als u al eerder afdrukvoorkeuren hebt ingesteld en als set hebt opgeslagen, kunt u
ze opnieuw opvragen zodat u ze niet telkens opnieuw hoeft in te stellen als u ze
nodig hebt.
7.
U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen.
Voor uitgebreide informatie over de stuurprogrammafuncties raadpleegt u de Advanced
User's Guide (Uitgebreide gebruikershandleiding).
1
2
3
4
5
6
Afdrukken > 34
7